Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend53.
| |
[pagina 116]
| |
Al heb ick veel onnoosel bloets vertreen,
10[regelnummer]
Ghebrant, ghedoot, gheworcht ende ghehanghen,
Veel Edelen, Ja Graven int verstranghen
Ga naar voetnoot11.
Ghebracht, end tsLants Previlegy met een
Te niet ghedaen, end veel Maechdekens reen
Tot schand ghebracht end oock die Ord der Staten
15[regelnummer]
Gantschelick veracht, dit deed my vreese gheen,
Had ick den Tienden Penninck na ghelaten.
Dees Flamingos, dees Luthranen onvroet
Ga naar voetnoot17.
Cond ick onder mijn Tyrannije plaghen,
Al had ick al die Vromen doot gheslaghen,
20[regelnummer]
Niemant en rebelleerde mijn ghemoet,
Ga naar voetnoot20:
Tot haerder schande, end al haer ghebroet
Ga naar voetnoot21:
Moesten sy onder dInquisicy beven,
Een Enghel was ick voor haer ooghen soet,
Nu een Duyvel, niemant en gunt my tleven.
25[regelnummer]
Vervloeckt moet zijn die dach ende die nacht,
Datmen in Englant mijn ghelt heeft ghehouwen:
Ga naar voetnoot26.
Dit heeft dat quaet altemale ghebrouwen,
Dat ick haer Mammon moest roeren onsacht:
Tbederven
Ga naar voetnoot29. haer
Lants hadden sy gheen acht,
30[regelnummer]
So lang ick haer byden Vleyspot liet blijven:
Maer nu ick haer Mammon aenroer met cracht,
Willen sy my uut die Landen verdrijven.
Prinslicke Paus met al u Santen vry,
Bidt, leest, en smeeckt, end wilt Processy voeren,
35[regelnummer]
Bidt Sinte Ludtsaert
Ga naar voetnoot35.
Maerschalck van u Hoeren,
Juth, Claes, en Pieter, end Santa Soffy,
Nostra Señora de Valladoly,
Ga naar voetnoot37.
End oock Sint Joriaen, daert al moet voor vresen
Hondert duysent Sielmissen doet voor my,
40[regelnummer]
Ende laet
Granvella dat Requiem lesen.
Liefde vermacht al: fecit. |
|