Geuzenliedboek
(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek– Auteursrecht onbekend
[pagina 117]
| |
54.
| |
[pagina 118]
| |
30[regelnummer]
Sonder eenich ghetrueren:
Wilt ghy dat hy vroegher op stoet,
Een gheschenck gheeft uut uwen goet,
Hy sal hem laten vinden,
En sal u Wijnen excellent
35[regelnummer]
Inlaten, seer by u bekent,
Ga naar voetnoot35, 36.
So goet als eenre kinde.
Smorgens vroech zijn sy al ontwaect,
En by de Poort vlijtlick ghenaect,
Een geschenck sy hem schencten:
40[regelnummer]
Die Poort worde daer op ghedaen,
Met eenre Sinckroer wel ghelaen,
Daer sy hem mede krencten
Ga naar voetnoot42.:
De Sleutelen al van de Poort
Namense hem af, gaet singt het voort,
45[regelnummer]
En sy die wel bewaerden
Graef Lodewijck met veertich Man,
Kennis hebbende
Ga naar voetnoot47., reedt hy an,
Wel toegherust met swaerden.
Graef Lodewijck cloeck int verstant,
50[regelnummer]
Een wijsen Vorst, end oock vaelliant,
Quam daer in met zijn knapen:
De straten heeft hy soo beset,
Niemant en heeft daer op ghelet,
So dat hy haer ginck drapen
Ga naar voetnoot54.:
55[regelnummer]
Rennende door de gantsche Stadt,
End wie buyten der Deuren tradt,
Een loot ginck hy haer gheven:
Ga naar voetnoot57:
Vrijheyt (riep hy) is u ghegunst,
Was dat niet een aerdighe kunst
60[regelnummer]
Van sulcken Vorst bedreven?
Van vier uren, end vijf, end meer,
Van ses, end seven, hoort mijn leer,
Rende hy door de strate:
De Prince van Orangien bout,
65[regelnummer]
Met een ghedruys so coemt hy stout,
Ga naar voetnoot65.
Riep hy, coemt u te bate:
Vrijheyt vrijheyt sal met u zijn,
Ghy wort verlost op dit termijn,
| |
[pagina 119]
| |
Den thienden Penninck clachtich
70[regelnummer]
Wil hy af keeren nu ter tijt,
En bevrijen u in dit crijt
Ga naar voetnoot71.,
Van sConincx weghen machtich.
Dat maecten een so groot gheschal
Recht of daer was een groot ghetal
75[regelnummer]
Van Ruyters ende Paerden:
Wie zijn deur op deed ende glas,
Daer schoten sy een loot in ras,
So dat sy haer vervaerden:
Vijf uren lanck reden sy seer,
80[regelnummer]
Gheen ontset en quam daer noch meer,
Ga naar voetnoot80.
Den Graef ghinck uut rijden,
Naer tBosch, daer sy waren verdwaelt,
Graef Loodwijck keerde weer ongefaelt,
Om dander te verblijden.
85[regelnummer]
Vijf hondert Ruyters jent
Ga naar voetnoot85. en reyn,
Comen daer heen springhen certeyn,
Ga naar voetnoot86.
Met een Hakenschut
Ga naar voetnoot87.
achter:
Sy renden met vlieghende macht
Ga naar voetnoot88.
Al na die Stadt, hebt hier op acht,
90[regelnummer]
Om tontsetten den Wachter:
Ga naar voetnoot90.
Ghevloghen zijn sy door en weer
Ga naar voetnoot91.,
Wat seltsaem Wonder gaf de Heer,
Het Raedthuys sy aenvingen,
Ga naar voetnoot93.
En stelden haer in een Slachoort,
95[regelnummer]
En mochtent hebben al vermoort,
Maer ghinghen hen
Ga naar voetnoot96. bedwinghen.
Gods wonder werck wort hier verclaert
Ga naar voetnoot97.
Door dEdele Grave wel vermaert
Met veertich Ruyters vloghen,
100[regelnummer]
En renden soo die straten door,
Dat niemant dorste comen voor,
Want sy waren bedroghen:
| |
[pagina 120]
| |
Men vont aldaer des
Alfs gheschat
Ga naar voetnoot103.,
Sijn leren, Schuyten, ist niet wat?
105[regelnummer]
Sijn Brugghen oock daer neven:
Oock Noortcarmens vergaerde ghelt
Worde daer oock al onghetelt
Den Ruyters om ghegheven.
De Bisschops Staven, Mijters mee,
110[regelnummer]
Vantmen oock aldaer ontrent
Ga naar voetnoot110. ree
Ga naar voetnoot+,
Melis huysen
Ga naar voetnoot111. by hoopen
Uut gout ende silver wel ghemaeckt.
Kelcken en Pullen wel geraect
Ga naar voetnoot113.,
Daer sachmen Papen loopen:
115[regelnummer]
Arcken van gout en silver fray,
Sijn daer gebrocht al in de May,
Ga naar voetnoot116.
Met Cruycifixen mede,
En Mariens Beelden meer met
Anderen oock aldaer int net
Ga naar voetnoot119.,
120[regelnummer]
Van silver groot en breede.
Hierom O Godt, u Moghentheyt
Wort ons vertoont in een claerheyt,
In aller menschen ooghen:
Ghelovet zijt ghy taller stont,
125[regelnummer]
Dat wy u reyn van hertsen gront
Loven en prijsen moghen:
Ghy zijt alleyn victorieus,
Waghen noch Ros en helpt den Geus,
Noch can niet uut gaen rechten:
130[regelnummer]
Maer ghy hebt ons Vyant seer snel,
Gestouwet
Ga naar voetnoot131. als den Pharo
fel,
Die niet dan moorden plechten
Ga naar voetnoot132..
Prince dit is ons aenghedient
Van eenen goeden vromen Vrient
135[regelnummer]
Vanden Graef afghesonden,
Aen zijn Broeder Oraengie fier,
Die vertrocken is al van hier,
| |
[pagina 121]
| |
En was hier niet ghebonden:
Neemt dit hen op
Ga naar voetnoot139.
Ga naar voetnoot+ in
danckbaerheyt,
140[regelnummer]
Hier in hebt ghy nu alle bescheyt,
En gatet overlegghen
Ga naar voetnoot141.:
De Heer heeft tRadt al omghewent,
Hy treedt met ons nu inden Tent:
Ga naar voetnoot143.
Meer can ick nu niet segghen.
|
|