nu is, en nog meer wat het worden zal, indien gij de heilige voorbeelden uwer vaderen vergeet.’
Gulden woorden, voorwaar!
Aan hun onverbasterd Vlaamsch karakter hadden de onversaagde strijders van 1302 de zielesterkte te danken welke hun te Kortrijk de zege deed behalen op een driemaal sterker en oneindig beter toegerust leger.
Het heilloos werk van opslorping ten bate van den zuiderbuur wordt in de Vlaamsche gewesten opnieuw sedert drie vierden eener eeuw hardnekkig en onverpoosd nagejaagd en doorgedreven door een leger van binnenlandsche leliaards, die vooral ontaarding van den landaard beoogen door anti-nationaal onderwijs en wier hoofdmannen weleens hunne onvaderlandsche en volkshatende bedoelingen lieten doorschemeren toen zij bekenden ‘het Vlaamsch element in Belgie te willen uitroeien’ en daarom de Vlaamsche taal uit alle openbare besturen, scholen en rechtbanken verbanden.
Bezield door het heldhaftig voorbeeld onzer voorouders willen wij van allen, eerbied voor onze taal afdwingen en in haar het stevige bolwerk ter bescherming onzer nationaliteit in stand houden.
Volstrekte gelijkheid blijft onze leus ter herovering onzer taalrechten!
Op de voetstappen onzer gemeentehelden willen wij onze taal als koningin zien tronen in alle raads- en gerechtszalen, besturen en scholen van gansch het Vlaamsche land; haar willen wij hooren klinken uit den mond van alle bevelvoerders en van alle lasthebbers of vertegenwoordigers van het Vlaamsche volk. Die taal ook moet het onbetwist voertuig worden van gansch de verstandelijke ontwikkeling, van geheel de kunstopleiding onzer jeugd en bekwaming van ons volk in alle vakken.
Het besef onzer waardigheid en het recht begrip van ons waar