Germania. Jaargang 4(1901-1902)– [tijdschrift] Germania– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 636] [p. 636] Aan een Stamverrader ‘Ils (les flamingants) ont tiré des divers patois populaires une sorte de jargon officiel et artificiel, prétentieux, baroque et mort-né.’ Maurice Maeterlinck Zijt gij een zoon der Artevelden; zijt gij een Gentenaar, Die 't waagt ons Nederlandsen te schelden of 't enkel wartaal waar'! Mits gij uw eigen stam verzaaktet, uw moedertaal vergat, in 's vijands spraak uw boeken maaktet, bewoont een vreemde stad, - Zou daarom 't Vlaamsche volk verstooten zijn schoone moedertaal, en door die lafheid nog vergrooten de trotschheid van den Waal! ‘Geen taal geen volk,’ zoo sprak de zanger; een volk dat blijven wij; in Vlaandren dulden wij niet langer de dolle franschlarij. De Vlaming is van Dietschen bloede, de Vlaming is Germaan; ondanks uw franskiljonnenwoede, zóó blijft hij voortbestaan. Wat ook het noodlot hem beschere, wat ook de toekomst brouw', hij houdt de aloude spraak in eere, hij blijft zijn stam getrouw. Brussel, 6 Juli 1902 Leonard Buyst (uit ‘Vrij’ weekblad.) Vorige Volgende