Emmanuel Hiel.
Terwijl de Vlamingen, uit alle hoeken des lands, te Gent saamgestroomd de zegepraal der Vlaamsche zaak en het aandenken van den ‘Vader der Vlaamsche Beweging’ geestdriftig vierden, trof hen de droeve mare dat op dienzelfden heuglijken dag - 27 Augustus 1899 - een der kloekste en trouwste voortzetters van J.F. Willems' werk, Emmanuel Hiel, te Brussel den laatsten adem had uitgeblazen.
Met de geschiedenis van onzen taalstrijd gedurende de laatste veertig jaren zal de naam van Emmanuel Hiel onafscheidbaar verbonden blijven. Als dichter heeft hij onze letterkunde met eene menigte perelen verrijkt, die niet alleen als zuiver kunstwerk eene hooge waarde bezitten, maar tevens door de uitdrukking der edelste en verhevenste gevoelens van verlichte vaderlandsliefde en oprechten vrijheidszin uitmunten. Want, men mag het zeggen, geen enkel oogenblik verloor Emmanuel Hiel de Vlaamsche zaak uit het oog en wanneer hij dichtte, dan was het om met lier en pen voor het Vaderland te strijden, evenals in vroegere tijden met den Goedendag in de hand onze vaderen naar Kortrijk of naar Gavere snelden. Dat de slagen, die hij aan de vijanden van ons ras onophoudend toediende, hen gevoelig troffen, bewijzen de bittere en vaak schandalige spotternijen, waarmede de Brusselsche straatbladen den man vereerden, die zelfs in den vreemde door ieder, die hem kende, werd bemind en geacht. Hij was overigens een der weinige Vlaamsche schrijvers, wier roem de enge grenzen van ons Vaderland overschreed: in Duitschland was hij ook algemeen bekend en hij genoot de eer eene keus uit zijne liederen te Leipzig te zien uitgeven.
Emmanuel Hiel was in den schoonsten zin van het woord een self made man. In 1834 te Dendermonde geboren, moest hij zich door de wereld ten koste van voorbeeldigen ijver en gedurige inspanning eene baan breken en in dat opzicht ook is zijn leven eene objectieve les, waaruit menige wenk van practisch belang kan worden geput.