| |
Overzicht der Tijdschriften.
Elzevier's geillustreerd Maandschrift (no 12).
Siebe ten Kate, door Bulée.
Blanche, door Cyriel Buijsse.
‘... Den zevenden dag, met den avond, na het vertrek van den dokter, kreeg zij in eens het afgrijselijk accuut bewustzijn, dat niets meer hem kon redden. Stokstijf, met op elkaar geklemde tanden, zonder een kreet, zonder een traan, woonde zij den doodstrijd bij. Haar triestige, zieke oogen, haast blind geworden door het huilen, sperden zich voor het laatst wijd open, als om niets te verliezen van dat gruwelijk tafereel: de doodstrijd van haar aangebeden zoon, de sombere vernieling van naar eenig goed op aarde! Zij zag zijn ontvleesde gelaatstrekken wasgeel en strak worden, in een laatste, gelouterde uitdrukking van nobele schoonheid; zij zag zijn mooie, helderblauwe oogen in hun holten omdraaien en breken; zij zag zijn gestalte, zeer lang, zich uitrekken en onbewegelijk worden, in hiëratische lijnen van onverstoorbare rust, zonder dat zij, in haar stompe bewusteloosheid, iets anders voelde dan lange, vreeselijke rillingen, van haar hals tot haar voeten...’
| |
| |
Een zoete Sproke, door Pol de Mont.
‘Het was een wonderbaar huisje! Rond het lage deurtje en de twee, drie ongelijke grove en onsimmetries in het witte kalkmuurtje geopende vensters, met schuiframen vol kleine in lood staande ruitjes, kropen en klommen, slingerden en kronkelden honderden rozelaarsranken tot hoog op de nok van het stroodak, een rijkdom van geel en roze en karmijn, zwevend en spelend, als zovele glimlachjes, over het donkere glimgroen van de klimop...’
Middeneeuwsche Steden, door J.G. Veldheer.
De Vlaamsche Meesters ‘National Gallerij’, door Max Rooses.
***
| |
Freie deutsche Schule.
Schul-, Erziehungs- und Unterrichtsblatt. Herausgeber Rudolf Mehling, Wien 19/4, Bloschgasse 1. Leitspruch: Deutsch sein heisst frei sein! Besondere Artikel in der Nr. vom 15. Januar: ‘Germanische Kunst’ und ‘Harret aus im Kampfe’. Das Blatt kämpft in Oestreich für die Erhaltung des Deutschtums und ist daher bestens anzuempfehlen.
***
| |
De Vlaamse School (Afl. 8 en 9). - Edmond Van Hove, door Verkest.
‘'t Was de groote Londensche kunstperiodiek The Artist, die van Hove’ een modern Memlinc ‘heette’.
‘... Zijn Madonna's en Deezekens vertoonen een mengsel van bevallige droomerij en verbazingwekkend naturalisme.’
Howard Pyle, door Pol de Mont.
‘Ditmaal heb ik het over een Amerikaans kunstenaar, - een meester.’
Indrukken, door Virginie Loveling.
‘Een jonge meid treedt bescheiden, roodwordend binnen, en staat te wachten aan de ingangsdeur - rozekleurig lijfje, zwarte rok; groote roode handen; rosblond haar, rood lentegelaat.’
‘“... God zij met u,” besluit zuster Gertrude, de eenigzins onthutste, doch ontroerde aanzoekster door de lange gang begeleidend en met een groote sleutel rammelend de straatdeur voor haar ontsluitend.’
Muurversieringen van Karel Doudelet door H. de Marez.
Der Nederlandse Gothieken in het Buitenland, door A.W. Sanders van Loo.
***
| |
Het Belfort (no 12) Een woordje over Letterkritiek door J.D.C.
‘Eenzijdige, partijdige, zelfzuchtige criticus, ge zoudt moeten de ridderlijke verdediger zijn van het heilige drietal: het ware, het goede en het schoone en ge verraadt het. Ge zijt met de geeselroede gewapend om er de heiligschenders mee te jagen uit den tempel der kunst en ge zijt de eerste om den tempel te ontwijden.’
Reisindrukken door C. Cortebeeck
De Sage van Waterloo door A. Essayist.
Over de Synoniemen door Josef Jacobs.
***
| |
Akademische Turnzeitung.
Verlag von August Hoffmann, Leipzig - Reudnitz. Bringt einen recht bemerkenswerten Artikel über ‘Die Nationalfeste und die deutsche Turnerschaft.
***
| |
De Goedendag (no 4). - Feestrede door Jul. Sabbe.
‘... Zij willen dat het ook buiten 't land geweten en gewaardeerd worde, dat die Vlaamsche Beweging, dat het kleine België, dat onze miskende taal eenen Taine heeft, een Sainte Beuve, een Thausing, een Lübke, een Töpfer, een Busken Huet, een Vosmaar, die Max Rooses heet..’
| |
| |
Im 1. Januarheft des Litterarischen Echo finden wir zunächst Goethe-Schriften von M. Meyer, dann ein Erinnerungsblatt an Conrad Ferdinand Meyer, schliesslich einen Lobgesang auf die Mosel von Karl Frenzel.
***
| |
De Aarde en haar Volken (no 49).
‘Ashby Herry, schrijver van de Bystander, een wekelijksch praatje, zei een dag of veertien geleden, dat onze tegenwoordige tijd er een was van derde-rangsmiddelmatigheden, opgehemeld door vierde-rangscritici.’
***
(no 4) Aan het Minnewater (Dr. M. Sabbe).
Beoordeeling.
‘... De heer Sabbe heeft er uitnemend slag van de Brugsche burgerluidjes en hun dialect te schetsen, en allerlei teekenachtige uitdrukkingen komen er in de goed geschreven gesprekken voor. Die burgerluidjes, opgaande in hun liefhebberijen, als de oude Vinckemeyer (uit de eerste schets) in zijn postduiven, - die burgersluidjes, dol op ‘stoeven’ zijn kostelijke siguren.
***
| |
In Heimdall,
15 Julmond, möchten wir die Aufmerksamkeit lenken aut den Artikel: ‘Das dreibundfeindliche Oestreich’,
***
| |
Het Belfort (no 11).
Sinte-Elisabeths Jeugd door Wal man van Spilbeeck. |
De Misdadiger door Dr. Fr. Meeus. |
Een oud vraagstuk weer opgeworpen door H.E. Belpaire. |
Vrome Echtgenooten door J. Fr. Pallemaerts. |
Uit mijn Schetsenboek door Gustaaf Segers, |
Poësie door Alfons Fierens. |
Het Feest der Dooden door Huibrecht Haneen. |
De Kempische Heiboer door A. Cuppens, pr. enz. |
***
| |
Alldeutsche Blätter
bringen beherzigenswerte Artikel über die neue Militärvorlage, und Grossbritanniens Seemacht.
***
| |
Wetenschappelijke Bladen (no 12).
De Alcohol-wetten in de Vereemgde Staten en de gevolgen daarvan door Dr. A. Baer. |
Het Antisemitisme in Algiers door R. Marc-Gervais. |
VergÄ™lijkende Mythologie door Prof. Max Müller. |
De nieuwste onderzoekingen over het Boedhisme door Prof. A. Hillebrandt. |
Een Geschiedenis der Amerikaansche Letterkunde door Th. de Wyzewa. enz. |
***
| |
De Vlaamsche Kunstbode (no 10). - Een Kapitein, door Reimond Stijns.
Verzen, door Dr Eug. Van Oye; P.P. De Nijs; Gustaaf Rens; Edm. de Geest. |
In de Korenbloem, door Frans Stockmans. |
Het oude Slot, door Isid. Albert. |
Uit het Vlaamsche Kamp, door Lod. Opdebeek. |
Boekbeoordeelingen en Kritiek. |
***
| |
De Hollandsche Revue (no 11).
Wereldge schiedenis. |
Belangrijke onderwerpen. |
| |
| |
Karakterschets. (Charles Boissevain). |
Revue der Tijdschriften. |
De Nieuwe Gids.
Op verzoek, als voorrede voor een bloemlezing van Jong Belgische poezie, die eerlang zal verschijnen onder de zinspreuk ‘Metter Sonnewende’, schreef Willem Kloos twee sonnetten: ‘België's Toekomst’:
Want ja, daar ligt een toekomst voor u open,
Zóó schoon, als slechts een kind zich droomen kan,
Wanneer gij, tegen 't Noorden op, blijft loopen
Naar kunst en kennis, als een sterke man.....
Nog wordt uw hoofd verraderlijk bedropen
Met geur'ge vleiing van den Franschen ban,
Maar blijf geen kroon u van die zalving hopen....
Word, wat ge zijt: Germanjcr... dus een man!
Want - o, ik zweer 't u! - in toekomst'ge tijden
Worden weer 't Noorden en het Zuiden één,
Als gij maar trouw de Fransche zwakheid mijden
Blijft als een gift, dat opkruipt door uw leên....
Wees sterk! want dan worden weer het Zuiden en 't Noorden
Eenzelfde melodie met verschillende woorden!
Hoe kan Kloos zoo iets schrijven!
Het Boek van de Maand. (Psyché door Louis Couperus.)
‘... En nu eindelijk zijn vierde periode.... of neen, geen vierde! Zijn eerste weer! Na te lang van huis te zijn geweest, komt hij na reizen door verre landen van andere kunst, op zijn punt van uitgang terug. Hij staat weer waar hij begon, maar thans gelouterd, puurder, knapper, volmaakter tevens. In zijn Psyche is Couperus opnieuw de Orientalist, de Exoticus, de man van de edelsteenen, van de tapijten, van het geflonker, van pracht en praal, van kristal en safier en diamant, van azuur en violet: - de kleine Psyche overgeplaatst in het milieu van 1886, van Viviane en Semiramis.
***
| |
Nederland
(no 12). - Bevat o.a.: De Dood met den Kogel, door A.S.H. Booms. Kroniek.
Stille Dalen, (Hélène Lapidoth-Swarth.)
‘... het eerste het beste, wat we (vroeger) opsloegen was gelijkelijk superieur met de vorige of de volgende bladzijde. En dit is feitelijk zoo gebleven; alleen: om ons heen zijn er, wie ‘toujours perdrix’ verveelt, die mompelen van nachtegaal - één - zang en ‘on sinit dans la rose à trouver des poisons.’
We bewonderen de taal door veel Nederlanders geschreven, doch we bejammeren het, dat ze zoo veel Fransche woorden gebruiken, meegesleept, als ze zijn, door hun gemak om 't Fransch aan te leeren. Waarschijnlijk zeggen ze, aan hun volmaaktheid denkende: toujours perdrix’.
N.V.D. Uitv. Opst.
***
Aan 't Minnewater, (Dr M. Sabbe).
‘... Overvloedig zijn de plaatjes, overvloedig is ook de verhaaltrant van Dr Sabbe.
‘Bij Vinckemeyer kwam een zijner oudste, beste vrienden tijdelijk logeeren. Wat
| |
| |
een genot voor die twee oude kameraden.... ‘Men zou die breedsprakerige verhalers eens door elkaar willen schudden.’
Cyrano de Bergerac, (Edmond Rostand) vertaald door W. Kloos.
‘.... Het is inderdaad ergelijk en droevig, te zien wat van het schitterende, tintelende werk, vol gratie en welluidendheid, vol dartele speelsche bekoorlijkheid en lichte poëtische emotie geworden is...’
Helbeck van Bannisdale, (Mrs Humphry Ward).
‘... Mrs Humphry Ward heeft in dit boek niet meer hich church en low church-orthodoxie en dissenters, maar het katholicisme in strijd met moderner levensbeschouwing en het gevoel van individualiteit behandeld...’
Dolores, (Annie E. Holdsworth).
‘Dolores is een curieus boek, realistisch - niet in slechten zin, - en intellectueel, en toch ook een romantische roman.’
De Gids (December). - De legale weg, door Marcellus Emants. (Goed vertelde anecdote.)
Herinnering aan Marnix van Sint-Aldegonde, door prof. R. Fruijn. |
Verzen door Héène Lapidoth-Swarth. |
Letterkundige Kroniek: Maurice Maeterlinck, La Sagesse et la destiné, enz. |
***
| |
De Tijdspiegel (no 12). - Een nieuwe Exodus, door G.F. Haspels.
De mislukte synodale vertaling van het oude testament door Dr H. Oort. |
Het Pausdom in de Middeleeuwen, door J.H. Maronier. |
Hoe Muiden in 1813 de Franschen kwijtraakte, door F. de Witt-Huberts. |
|
|