Gentsche Almanak voor den Jare 1823

Amende honorable moderne.

Den 12 mey 1822, is te Londen een vonnis ten uytvoer gebragt, uytgesproken door het surrogaet van het geestelyk hof, ten laste van eene jonge Lady, genoemd Sarach Green, waerby dezelve verwezen was tot het doen van Amende honorable, overdekt met een wit laken, in den koor der kerk van Bethnalgreen, voor smadende beledigingen jegens hare zwagerin, Mevrouw Anna Johnson, als hebbende dezelve H.... geheeten. Van 's morgens vroeg, waren alle de naburige straten der kerk reeds, door eene groote menigte nieuwsgierigen, vervuld. Doch er werd haer kwytschelding gedaen van het strengste gedeelte haers vonnis, invoege, dat mevrouw Green, die, men zegt, eene jonge en zeer schoone vrouw te zyn, in plaets van hare boete openlyk in den koor, overdekt met een wit laken, te doen, heeft vol-

[p. 74]

staen, met de volgende herroeping, in de sacristy, in de tegenwoordigheyd van den rector, de beampten der parochie, de beledigde party en vyf of zes harer verwanten; ‘Ik, Sarah Green, huysvrouw van James Green, heb gezegd en uytgesproken verscheyde ergerlyke en eerroovende woorden jegens Anne Johnson, den Almogenden grootelyks beledigende, en nadeelig voor het aenzien en karakter myner zwagerin, door haer den naem van H.... te geven. By gevolg beken ik alhier voor God en voor Ul. ootmoediglyk myne schuld, dezelve is my van herten leed; ik bid haer om vergiffenis en belove, met Gods bystand, haer nooyt meer op zulke wyze te beledigen.’ Deze vrouw scheen zeer aengedaen, en na alle de voorgeschreven pligtplegingen volbragt te hebben, is zy door de kerkdienaren buyten de kerk geleyd, welke haer door de menigte heen, naer een rytuyg hebben gebragt, in hetwelk zy is ingestapt en vervolgens naer huys gekeerd.