in dit land van aardsche belooning. Een schoon woord zegt ge daar, sprak hij luidop tot den minimiet. Een woord van vele beteekenissen, maar ongetwijfeld een woord dat de armelui begrijpen zullen, aangezien minimum toch de trechter is waardoor zij alles ontvangen.
Minimum is goed, maximum is slecht, zei de filosoof zonder op te zien, om aanstonds zijn zang te vervolgen: minimum, minimum, minimum.
Hallo, hallo! nieuwe gezichtspunten! riep Zigomar naar alle kanten, en spoedig verdrong zich een onafzienbare menschenmenigte om hem. Edoch de filosoof ging zijns weegs, zonder opzien, en verdronk dientengevolge in de Missisippi. Tot de menschenmassa echter sprak Zigomar in de navolgende bewoordingen:
Hoort gij allen, kapitalisten en adspirant-kapitalisten. Een nieuwe leer breng ik u, die van Vadertje Kummelman. In ontwijfelbare formules sprak hij: minimum is goed, maximum is slecht. Wat wil dat zeggen? Dat uw uitgaven minimaal moeten zijn, evenals de loonen die gij uitbetaalt, opdat de brasserijen dezer wereld tot het minimum gereduceerd worden. Alsdan zal er een nieuwe schoonheid onder u opstaan, en ontbloeien tot profijt en vermaak des volks. De kunst van het minimum: stoelen als waschlijnen, kerken als badhokjes, schilderijen als witgekalkte muren, muziek zonder geluiden, poëzie zonder conceptie, religie zonder eeuwigheid, genezing zonder medicijnen, de staat zonder geld, wij allen de baas ....
‘Baas, pas op het maximum’, riep er een uit het volk.
- Wij allen de baas, bulderde Zigomar, de schoonheid voor allen, het minimum tot zijn maximale expansie.
‘Hij is gek’, riepen drie, vier stemmen. Anderen schreeuwden luid: Hij is staatsgevaarlijk. Vale politiehanden rukten hem omlaag van het spreekgestoelte. Zigomar verweerde zich, en riep: laat me spreken, ik ben de nieuwe ridder van de volkswelvaart, ik ben de nieuwe Amerikaan! Maar niets hielp, en hij moest in het kot. Daar kon hij alles nog eens rustig overdenken. En toen hij tot zich zelve kwam, ordenden zich in hem de denkbeelden als volgt:
Ik dacht dat ik populair was, maar ik zie dat ik thans ‘foutu’ ben. Daar ik het minimum predikte. Als minimum nu werkelijk goed is, en maximum slecht, dan zat er in mijn minimum toch iets van maximum. Dan is dus minimum niet zoo bijster goed, en maximum niet zoo bar slecht .... Je komt toch altijd op het gemiddelde terecht, meende Zigomar na drie weken voorarrest.
Hij durfde niet meer te hopen op de publieke tribune en richtte dus maar een open brief tot alle georganiseerde armen der Vereenigde Staten, ten getale van dertien, onder welke vele Polen, Chineezen,