De Gemeenschap. Jaargang 3
(1927)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Gemeenschap. Jaargang 3. [De Gemeenschap], [Utrecht] 1927
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 3 van De Gemeenschap uit 1927.
Het april-nummer (‘Speciaal nummer voor Noord- en Zuid-Nederlandsche poëzie’) heeft een eigen paginering. De reguliere paginering gaat in het mei-juninummer (vanaf p. 145) weer verder.
redactionele ingrepen
p. 58, 315, 322: op deze pagina staan accolades die meerdere regels overspannen. Omdat dergelijke accolades in deze digitale versie niet goed kunnen worden weergegeven, wordt op elke betreffende regel de accolade herhaald. Ook de woorden die erop volgen worden om misverstanden te voorkomen op iedere regel herhaald.
p. 2: tussen vierkante haken is de kop ‘Woord vooraf bij Speciaal nummer voor Noord- en Zuid-Nederlandsche poëzie’ toegevoegd.
p. 229-230: het ‘Voorwoord’ op p. 229 is in de digitale versie geplaatst onder de titel van het bijbehorende artikel op p. 230. Pagina 229 komt hierdoor te vervallen.
p. 242: het nootteken bij noot 1) ontbrak in de lopende tekst. De redactie heeft dit onderaan de pagina geplaatst, aangezien niet duidelijk is aan welke zin in de lopende tekst de noot gekoppeld is.
p. 269: het nootteken bij noot 1) ontbrak in de lopende tekst. De redactie heeft dit onderaan de pagina geplaatst, aangezien niet duidelijk is aan welke zin in de lopende tekst de noot gekoppeld is.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. 4 van de april-aflevering) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. *14)]
[pagina 1]
DE GEMEENSCHAP
POËZIE
APRIL 1927
SPECIAAL NUMMER VOOR NOORD- EN ZUID-NEDERLANDSCHE POËZIE
[pagina 55]
INHOUD VAN DEZE AFLEVERING
INLEIDING | Jan Engelman en Albert Kuyle | 3 |
HET GERICHT | Jan R.Th. Campert | 5 |
HET LIED VAN DEN WIJN | Jan R.Th. Campert | 8 |
HET GEDICHT | Jos. Panhuysen Jr. | 10 |
NACHTVERLANGEN | Pierre Kemp | 11 |
OPPERVLAKKIGE
CHARLESTON |
Paul van Ostayen | 12 |
BERCEUSE No. 2 | Paul van Ostayen | 13 |
LENTEWIJDING | Victor J. Brunclair | 14 |
DE PRIESTER | Anton van Duinkerken | 15 |
HET WOORDENSPEL | Marie Koenen | 16 |
DE KAMER | Willem ten Berge | 17 |
DE ZIEKE BRUID | Willem ten Berge | 18 |
DE STEM UIT DEN SPIEGEL | A. Roland Holst | 19 |
BEVRIJDING | Henriette Roland Holst | 20 |
WENN NUR EIN TRAUM DAS DASEIN IST | Anthonie Donker | 33 |
DE SCHRIFTGELEERDEN | Roel Houwink | 34 |
DE RIJKEN | Roel Houwink | 35 |
MONTPARNASSE | Gerard Bruning † | 36 |
KIND | Jan Engelman | 37 |
ZIEKENTROOST | Albert Helman | 38 |
SLAPENDE VROUW | Albert Helman | 39 |
BENOIT LABRE IN HET GEBERGTE | Matthias Kemp | 40 |
VROUW | J.C. van Schagen | 41 |
DE MINNEZANGER | Henrik Scholte | 42 |
TRISTANS ONTWAKEN | A. den Doolaard | 43 |
ACHILLEUS' TERUGKEER | A. den Doolaard | 45 |
IMPRESSIES UIT NORMANDIË | Martien Beversluis | 47 |
TERUGKEER | Henk Kuitenbrouwer | 50 |
ADVENT | Henk Kuitenbrouwer | 51 |
HET WITTE PAARD | Albert Kuyle | 52 |
ORPHEUS | Albert Kuyle | 54 |
INHOUDSOPGAVE | 55 |