't Geestelijck kruydt-hofken
(1657)–Anoniem Geestelijck Kruydt-hofken– Auteursrechtvrij
[pagina 427]
| |
Op de wijse: Ick heb gesien den tijdt. Ofte: Edel Artisten koen.
OCh vrienden als ghy gaet,
V hert moet ghy hier laten,
Want soo ghy ons verlaet,
Wat sal ons bykomst baten,
Soo ghy gaet uwer straten
Na d' algemeynen loop?
'k En kant niet anders vaten,
Of 't waer een diere koop.
Wy hebben onsen tijdt
Soo soetelijck gesleten
Tot der Zielen profijt,
De reden uytgemeten,
Soudt ghy ons soo vergeten,
Als elck nu keert in 't sijn,
Dit moet ghy van ons weten,
't Waer ons een groote pijn.
Het sou ons schijnen toe,
Of ons gemeynschap heden
Niet dienen sou in 't goe,
Soo wy geen blijck en deden
Van liefden, en van vreden,
En soo wy somtijdts siet,
Elck een in sijn gebeden,
Malkander dienden niet.
| |
[pagina 428]
| |
Bevolen zijt den Heer
Och mijn! lieve beminden,
Ghy sult nu nemen keer,
Godt wil u herten binden
En vrede laten vinden
Door sijn heyligh aenschijn,
Op dat ghy eens-gesinden
Meught in der liefden zijn.
|
|