Gheestelijcke Harmonie(1722)–Anoniem Geestelijcke harmonie– AuteursrechtvrijVan veel-der-leye en uyt-gelesen, soo Oude als Nieuwe, Catholijcke kerckelijcke Lof-sanghen, Leysenen, ende Liedekens op die principaelste Feesten ende Getijden des Jaers, die men in't Vorstendom Cleven by den Catechismus singht Vorige Volgende C X X X V I I. Den Lof-sanck. Te deum Laudamus. U Godt wy loven en eeren Bekennen u onsen Heeren, V Godt Vader in eeuwigheyt, Vreest die werelt wijt en breet, All' Engelen en Hemels heyr Loven u sonder al bezweer: Oock Cherubin en Seraphin Roepen met onophoorlicker stem: Heylich, heylich, heylich is Godt Der hoogster Heer van Sabaoth Het moet die Hemel ende eerde Van u glorie vervult werde: Dat Apostelisch Choor voorwaer, Oock der lieven Propheten schaer, Oock dat fris Martelaer getal Looft u met grooter eeren schal: Die gantse weerde Christenheyt Bekent u Heere met eenigheyt: V Vader in den hoochsten throon, V waren en eenigen Soon: Desgelicks oock met aller feest Den Trooster den heyligen Geest: Koningh der glori' Jesu Christ, Des Vaders eenig Soon du bist: Ons te verlossen van den doot, Mensch te worden u niet verdroot Als gy verstoort hadt des doodts kracht. Die Geloovigen ten Hemel bracht [pagina 210] [p. 210] Ghy sidt aen's Vaders rechter sijdt, In sijn glorie tot aller tijdt. Een Richter sult ghy komen wis Van al dat doot en levendig is. Daerom bidden wy komt ons dogh te hulp met spoet, Die ghy eens verlost hebt door u dierbare bloet. Maeckt ons met der heyligen Heer, Deylachtigh der eeuwiger eer. Salveert u volck en geeft haer heyl, En gebenedijt u erf deyl! Regeert haer oock doch mildelijck, Ende verheft haer eeuwiglijck: V prijsen wy met neerstigheyt, Van dagh tot dagh in eeuwigheyt Wilt ons doch Heer bewaren Van sond' en duyvels bekaren: Erbarmt u onser o Heere, Wilt u oogen tot ons keere: Geeft ons u bermhertigheyt schoon, Gelijck wy ons hoopeningh tot u doen, Op u Heer staet mijn vertrouwen, Eeuwiglijck sal 't my niet rouwen. Vorige Volgende