Gheestelijcke Harmonie(1722)–Anoniem Geestelijcke harmonie– AuteursrechtvrijVan veel-der-leye en uyt-gelesen, soo Oude als Nieuwe, Catholijcke kerckelijcke Lof-sanghen, Leysenen, ende Liedekens op die principaelste Feesten ende Getijden des Jaers, die men in't Vorstendom Cleven by den Catechismus singht Vorige Volgende C X X. Van den Heylighen S. Francisco Xaverie. SIngt ghy Heyden Weest alle vroo, Ghy volcker lingt Xaverio, Der nie Stern, der schijnt van fern, uyt Indien, Der eeren, prijsen en loven, Die in Hemel hoogh daer boven Sich vervreudt met Godt alle tijt, En prijsen hem in eeuwigheyt. Dese Stern met haren schijn, Gants Orient erluchet sijn, Durch Indiam, Japoninam, tot aen Chynam, Deilt sy uyt haere starelen klaer, Maeckt wat verborgen openbaer, Dickmaels met sijner influens, Curiert der zielen pestilents. Die vervloeckte afgodery, En der goederen boevery, Hebben verblent, alle Land, en Stent, en Orient, Derhalven sich Xaverius, Bereyt sonder eenigh verdrus, Met zijnen wonder schoonen glants Die nieuw werelt vervullet gants. Hoe veel duysent Heyden zijn Af getrocken den boosen vyant, Den hy met vrendt, ter saligheyt, den wegh bereyt, [pagina 178] [p. 178] Door't spreken en kinder leer Daer op hy gedreven alsoo seer, Dat hy in soo geringen tijdt, Bekeert heeft menich Landt en luydt. Groote Landen en Koninckrijck, In gelooven sint verlicht te gelijck, Door desen Stern, die haren van vern, toekommen gern, En daer te voor de helsche dranck Rigeerden, werdet algemack Aldaer gemeert die Christenheyt, En daeghlijcx, wijder uytgebreyt. O Xaveri, o edele Stern, O Apostel Indien, klare Son, O helle Maen, onser Patroon, V loven China, en Japoon, Denen ghy soo veel goets gedaen, En wy met haer tot aller tijdt, V te vereeren zijn bereydt. Vorige Volgende