Gheestelijcke Harmonie(1722)–Anoniem Geestelijcke harmonie– AuteursrechtvrijVan veel-der-leye en uyt-gelesen, soo Oude als Nieuwe, Catholijcke kerckelijcke Lof-sanghen, Leysenen, ende Liedekens op die principaelste Feesten ende Getijden des Jaers, die men in't Vorstendom Cleven by den Catechismus singht Vorige Volgende C X I I I. Paradijs Vogel.Liedekens van alle Godts lieve Heylighen. Een Liedeken van alle Heylighen. O Ghy Heylige Godes vriendt, Hoe hoogh heeft u die Heer ge-eert, Dat ghy in Hemel hebben kint Alles wat daer u hert begeert: Ghy hebt by u dat hoogste goet, En oock allen wellusten vloet, Welck altijdt verblijdt uwen moedt. [pagina 168] [p. 168] Gy lichtet als der Sonnen glants, Nu in dat eeuwige leven; V klaerheyt is perfeckt en gants, En heeft u heerlick omgeven, Saligh zijt ghy tot aller tijt, d'wijl ghy in't huys des Heeren zijt En prijset hem met allen vlijt. Christus heeft u dat rijck bereyt, Dat ghy etet van zijnen disch, En drincket in der saligheyt, Godes genaed altijt nieuw en frisch' O hoe lustigh moet het wesen, Daer ghy van Godt uyt gelesen, Van allen druck zijt genesen. Den winter kent noch duyster nacht Siet men niet meer daer regneren, Met siet u daer met grooter macht Heerschen en triumpheren, Ghy blijt altijt in bester jeught, Met alle Wellust verheught, Dit is het loon van uwe deught. Wie soud doch kunnen vertellen Al u vreught dat eeuwigh rijck, Ghy zijt daer al sonder quellen, Sonder pijn en vrees eeuwighlijck; Geen doot kan u aenspringen daer, Godts aengesicht aenschout gy klaer, Dat is u hooghste goet voorwaer. Nu bidden wy u al gelijck, Ghy willet ons g'naed verwerven, Dat wy komen in't Hemelrijck, By Godt na onse of sterven, [pagina 169] [p. 169] Roept voor ons Godt den Heeren aen: Helpt ons den vyant wederstaen Dat wy dat eeuwigh wee ontgaen. Vorige Volgende