Folium Librorum Vitae Deditum. Jaargang 1
(1951)– [tijdschrift] Folium– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 182]
| |
Het boek in Nederlandse gemeentewapensDe betrekkingen overdenkende, welke er tussen de heraldiek en het boek bestaan, vonden wij reeds uitvoerig behandeld de boekbanden met wapens voorzienGa naar voetnoot1) en enigermate ook de ex-libris, die wapens vertonenGa naar voetnoot2). Daar wij echter niet zo zeer de heraldiek en het boek, alswel het boek in de heraldiek wilden behandelen, kwamen wij tot de verrassende bevinding, dat de nederlandse gemeentewapens slechts in zoverre het boek als wapenfiguur hebben, dat het als attribuut van een Heilige dient. Het boek alleen, dicht of opengeslagen, met of zonder sloten komt bij enkele familiewapens voor o.a. bij Toussaint en BoekhoutGa naar voetnoot3), in welk laatste geval het tot de ‘armes parlantes’ behoort. Het open boek, waaronder een bril, dat bij J. Graafland-A. StalinsGa naar voetnoot4) staat afgebeeld, is wel een fantasie-wapen. In de wapens van engelse Universiteiten en colleges komt het boek als wapenfiguur veel voor. Is het boek van sloten voorzien, dan noemt men het een bijbel. Vandaar b.v. de blasoenering van het wapen der Universiteit van Cambridge (Eng.)Ga naar voetnoot5): ‘In rood een kruis van hermelijn, beladen met een Bijbel van rood, de rug naar boven gekeerd, slot en snede van goud, het plat beladen met vijf ruitjes, geplaatst 2, 1, 2. Het kruis in elk kwartier vergezeld van een gouden, gaande en aanziende leeuw’. Wat nu de nederlandse gemeentewapens betreft, komt het boek er, zoals gezegd, alleen voor als kenteken of sieraad van een heiligenfiguur. De meeste Heiligen zijn gemakkelijk te herkennen Alleen het wapen van Hardenberg (Ov.) vertoont een heilige man, die niet dadelijk te identificeren is. Hij houdt de rechterhand met uitgestoken wijs- en middelvinger omhoog en in de linkerhand een rood boek. Men zou moeten nagaan, we oudtijds de Patroonheilige van Hardenberg was. Een deel van de katholieken behoort tegenwoordig tot de parochie Vroomshoop, waar de H. Willibrord patroon is, het andere gedeelte tot Slagharen, die de kerkleraar Alfonsus de Ligori tot beschermheilige heeft, doch dit patrocinium kan niet oud zijn. Men vindt dit en de volgende wapens in het werk van T. van der Lans, Nederlandsche heraldiek, Album I, Provincie- en gemeentewapensGa naar voetnoot6). | |
[pagina 183]
| |
Van de andere Heiligen-met-boek komt het meest Petrus voor. Eerstens in Leens (Gron.), dat voert een wapen van blauw, waarin S. Petrus, gezeten op een troon, houdende in de linkerhand een sleutel, in de rechter een boek, alles van zilver. Oorsprong van het wapen schijnt het zegel van de oude landstreek, de Marne geheten, waarvan Leens de hoofdplaats was. De kerk was er aan S. Petrus gewijd. In Limburg voeren Gulpen, Roggel en de voormalige gemeente Sint Pieter bij Maastricht genoemde apostel met boek, waardoor niet, zoal van der Lans zegt een evangelieboek wordt aangeduid, maar de beide brieven door Petrus geschreven. Het wapen van Gulpen vertoont in goud Petrus in een toga van zwart, aangezicht en handen van natuurlijke kleur, haar en baard van zilver, met nimbus om het hoofd, in de linkerhand een boek van goud met rood op snede, sleutel van zwart in de rechterhand, die rust op een schildje van zilver beladen met een van goud gekroonde en geklauwde leeuw van rood met dubbele staart. Roggel heeft in blauw een gouden Petrus, die in de rechterhand een sleutel, in de linker een open boek houdt van hetzelfde. De klederdracht schijnt bedoeld als romeinse toga. Sint Jan de Evangelist staat in het wapen van Gassel (N.-B.); in blauw beeld van de apostel naar links gewend, hebbende in de rechterhand een palmtak, in de linker een boek, staande op een losse grond, alles van goud. De H. Clemens, patroon van Merkelbeek, komt voor in de rechterhelft van het gemeentewapen van die plaats. Hij is afgebeeld als Paus met de tiara (anachronisme) en houdt de rechterhand uitgestrekt, terwijl de linker een boek (bijbel?) omklemt, waarop een kruis. Het boek kan hij als pauselijk attribuut hebben, maar misschien een zinspeling op zijn brief aan de Korinthiërs. Het anker, aan zijn voeten liggend, wijst op de legende van S. Clemens, die door een officier van Trajanus in zee geworpen werd met een anker om de halsGa naar voetnoot7). Bisschoppen, als leraars, met een boek afgebeeld, vinden we in de wapens van Berghem (N.-B.), dat in blauw het beeld van Sint Willibord van goud voert, en van Schaesberg (L.), dat Fredericus met boek afbeeldt. Het is wel zo goed als zeker, dat hier niet de Utrechtse bisschop bedoeld is, die 28 Juli 838 vermoord werd en die men als martelaar vereert, maar de 2e Frederik, bisschop van Luik, zoon van graaf Albert van Namen. De martelaar Sint Frederik zou men een palm of een dolk als attribuut gegeven hebben. Bovendien, Schaersberg behoort tot het diocees Luik. Mook-Middelaar heeft Antonius abt in het wapen. Hij draagt, zo- | |
[pagina 184]
| |
als vroeger reeds gezegd is, een boek om aan te duiden, dat hij de regel bij zijn monniken handhaafde. Hij is althans niet de auteur van die eerste kloosterregel, maar Sint Athanasius, die in 362 een regel schreef voor de monniken van Anthonius. Als abdis draagt ook Sint Geertrui van Nijvel een boek in het vierde kwartier van het gemeentewapen van Schinnen (L.). Zij was volgens HolweckGa naar voetnoot8) een van de meest populaire Heiligen der middeleeuwen. Blijft tenslotte Sint Vitus in het wapen van Winschoten, zoals dit gewijzigd werd bij K.B. van 5 September 1933 en aldus omschreven wordt: in blauw het beeld van Sint Vitus als jongeling, in natuurlijke kleur, tunica van zilver, in de rechterhand een palm, in de linker een boek van goud, staande op een voetstuk van zilver. Het vroegere wapen was: in blauw een monnik gaande op een zerk van zilver, gekleed van bruin (geen heraldische kleur), omgord met een koord van zwart, houdende in de rechterhand een open boek en in de linker een perkamentrol, beide van zilver. De monnik moest S. Vitus voorstellen, doch deze was een jeugdige romeinse martelaar. Winschoten had en heeft S. Vitus als patroon, afkomstig van de abdij Corvey aan de Weser, die het beheer der kerkelijke goederen van Winschoten had evenals van die van Leeuwarden. In het leven of de legende van Sint Vitus komt niets voor, dat hem recht geeft op een boek als attribuut. Men zou kunnen menen, dat hij voor een edelman gehouden werd, doch noch de Legenda aurea noch het Romeins Brevier maken melding van zijn adel. Hoogstens kon men deze veronderstellen, wanneer men las, dat hij twee opvoeders had, Modestus en Crescentia, die met hem gemarteld werden. Ons dunkt, dat de verklaring moet gezocht worden in het feit, dat het oude wapen van Winschoten hem als monnik (van Corvey?) afbeeldde, met boek en perkamentrol, omdat de monniken van die abdij deze middelen tot eruditie veel gebruikten. Toen nu het nieuwe wapen meer met de historie, althans met de legende in overeenstemming werd gebracht, heeft men vergeten Vitus zijn boek af te nemen. Wel verdween zijn perkamentrol, maar het boek bleef. Zo ziet men hoe een Heilige soms aan een boek komt. Dr. W. Lampen. |
|