De veiling-Chadenat
In het begin van April werd de veertiende veiling gehouden van de boeken uit de nalatenschap van de Parijse antiquaar Charles Chadenat, die in 1938 aan de vooravond van zijn tachtigste verjaardag overleed. Reeds bij zijn leven was hij een legendarische figuur geworden en talloze verhalen waren in omloop over de zonderlinge boekhandelaar, die zich zo gehecht had aan zijn schatten, dat hij er niet meer van scheiden kon en de klanten de deur wees.
Chadenat was het voorbeeld van de autodidact, die, wanneer hij eenmaal zijn roeping heeft ontdekt, daaraan zijn ganse leven wijdt, en door een ware hartstocht gedreven op zijn speciale gebied een weergaloze hoeveelheid kennis weet te vergaren. Het moment, dat zijn eerste patroon, een ‘bouquiniste’ van de Seinekaden, hem als veertienjarigen jongen een oude atlas in handen gaf, was voor zijn verdere leven beslissend geworden. Men moet denken aan Baudelaire's woorden:
Pour l'enfant amoureux de cartes et d'estampes,
L'univers est égal à son vaste appétit....
Sindsdien kende hij slechts een doel; oude reisverhalen en atlassen te verzamelen! In de kaartenhandel van Dufossé, waar hij als bediende een plaats vond, was hij eerst recht in zijn element en reeds in 1888 vestigde hij zich zelfstandig. Het was toen de tijd, dat de grote geographische collecties aan deze en vooral aan gene zijde van de Oceaan werden opgebouwd. Zonder enige middelen begonnen wist Chadenat zich door grote kennis en noeste vlijt een plaats te verwerven naast de grote boekhandelaren, die zich in ‘Americana’ specialiseerden, waarvan destijds het huis Frederik Muller aan de spits stond. Zijn succes werd bezegeld, toen hij in 1901 het fonds van Dufossé, zijn vroegere patroon, kon overnemen. Maar gaandeweg had de liefhebber in Chadenat de koopman geheel verdrongen en, hoewel hij tot zijn dood in naam boekhandelaar bleef en zijn zaak in stand hield, leefde hij gedurende de laatste twintig jaren geheel voor zijn verzamelingen.
Wie de weg vond naar het kleine kabinet op een binnenplaats van een der oudste huizen aan de Quai des Grands-Augustins, waar de ‘Librairie américaine’ gevestigd was, trof daar een verwonderlijk jeugdig uitziende grijsaard, die de onbekende niet zonder wantrouwen ontving. Bleek het echter, dat de bezoeker geen vreemde was op het gebied van het oude boek, dan was het ijs al spoedig gebroken en met veel verve begon de oude heer uit te pakken over de onderwerpen, die hem zo na aan het hart lagen, waarbij het