een warme, behagelijke burgerlijkheid. Hij doet dit enigszins droog en zonder zwier, maar met een groot talent en altijd zonder vals pathos. Zijn illustraties en prenten - een oeuvre van ruim 2000 gravures - vormen nog steeds een aantrekkelijk verzamelobject, omdat zij een volledig en waarheidsgetrouw beeld geven van de beschaving der 18e eeuw buiten de Romaanse landen.
Daniel Chodowiecki 1726-1801
In welke mate Chodowiecki's plaats onder zijn tijdgenoten uniek is, blijkt uit het feit, dat in Pruisen nauwelijks een belangrijk boek kon verschijnen zonder vignetten of illustraties van zijn hand. Naast om en nabij 150-200 almanakken illustreerde hij werken van Basedow, Blumauer, Bürger, Campe, Cervantes, Claudius, Gellert, Goethe, Hippel, Lavater, Le Sage, Lessing, Lichtenberg, Moritz, Nicolai, Pestalozzi, Richardson, Salzmann, Shakespeare, Sterne, Voltaire, Voss en talrijke anderen.
Wie genoegen schept in het spel der jaartallen zal opmerken, dat zes weken voor Chodowiecki, nl. op 2 Januari 1801 Johann Kaspar Lavater overleed (geboren 1741). Met Lavater was Chodowiecki door nauwere vriendschapsbanden verbonden dan met ieder ander van zijn vele ‘werkgevers’.
Lavater's blijvende betekenis is niet zozeer te zoeken in zijn dwepende theologische geschriften of in zijn pathetische bekentenissen, als wel in zijn Physiognomische Fragmente zur Beförderung der Menschenkenntnis und Menschenliebe. Dit werk is de basis geworden voor de physiognomische wetenschap in de I8e en 19e eeuw, het heeft onder de tijdgenoten ongelofelijk veel beroering gewekt en ook tot spot en satire geprikkeld, maar het blijft een groot monument en het eerste standaardwerk van een nieuwe wetenschap: de karakterologie. Daarnaast - en dit is voor ons