Brabant voor Katholieke liturgische werken te zijn toegepast. In dit verband wordt de naam genoemd van Jean Claude Renard, die deze werkwijze overbracht naar Luik. Renard vertrok in 1756 naar Mainz. Daar schijnt het procédé later ook door P. Th. Bauer (gestorven ca. 1760) gebruikt te zijn.
De techniek is niet nauwkeurig te reconstrueren. Dat elke bladzijde in een metalen plaat zou zijn uitgesneden, dat men dus voor elke bladzijde van één schabloon gebruik zou hebben gemaakt, lijkt zeer onwaarschijnlijk.
Aan dergelijke schablonen zou hetzelfde kwaad kleven als aan de blokboeken: de schablonen zouden slechts voor één boek te gebruiken zijn en dus een weinig rendabel bezit vormen. Alle letters zouden dan van elkaar moeten verschillen; geen twee a's zouden precies gelijk kunnen zijn. Dat is echter wel het geval.
In een antiphonarium dat mij ten dienste staat - de schabloonboeken zijn zeldzaam - staan alle letters op een met potlood aangebrachte lijn. Tevens blijkt, dat de onderlinge afstand tussen de letters sterk varieert. Daaruit valt m.i. af te leiden, dat met schablonen van losse letters gewerkt is. Wel zullen deze losse letters, om verschuiving tijdens het in-inkten te voorkomen, vermoedelijk in een soort raam zijn gezet, dat dan weer op het papier zal zijn vastgezet, zo dat de letters juist op de potloodlijn kwamen te staan. Daarna kon dan het in-inkten zonder bezwaar plaats hebben. Op deze wijze is het mogelijk de muzieknoten en de letters zo te plaatsen, dat muziek en tekst geheel op elkaar corresponderen, zonder dat gebruik behoeft te worden gemaakt van spaties, hetgeen op zichzelf een gemak oplevert.
Dat de schabloonboeken geen toekomst hebben gehad, staat wel vast. Het verwondert ons alleen maar, dát men tot een dergelijk procédé zijn toevlucht heeft genomen. Want dit procédé is aanzienlijk tijdrovender dan elk drukprocédé: tot op zekere hoogte is elk met schablonen gemaakt boek (men kan niet zeggen geschreven of gedrukt boek) een unicum; geen exemplaar van eenzelfde werk is aan een ander precies gelijk. Men kan dan ook alleen maar gissen naar de reden van het ontstaan van een dergelijke boekproductie. Daarbij moet men in acht nemen, dat, voor zover is na te gaan, het procédé werd gebezigd voor boeken van zeer groot formaat, die een drukletter van uitzonderlijke grootte zouden hebben vereist, en voor boeken, waarvan de oplage uit de aard der zaak klein zal zijn geweest.
Het ligt dus voor de hand, dat het procédé een middel is geweest