Nederlandse bibliophiele periodieken
Ziet men af van Het Boek en zijn voorlopers - en men kan dit doen, omdat Het Boek zich op een te verheven plan beweegt om met het dagelijkse leven van het boek en zijn liefhebbers een bevredigend contact te kunnen hebben -, dan blijkt, dat de Nederlandse verzamelaar en allen, die zich - buiten boekhandel en bibliotheek staande en niet slechts belangstellend in het pas verschenen boek - voor de boekenwereld interesseren, gespeend zijn van een middel tot gedachtewisseling. Dit gebrek raakt zowel de moderne bibliophiel als de verzamelaar van oude boeken.
Blijkbaar was de behoefte aan een dergelijk orgaan ter bevordering van de zonder twijfel aanwezige gemeenschappelijke interessen in Nederland altijd bijzonder gering, in elk geval geringer dan in andere landen. En zo is de geschiedenis van de bibliophiele periodieken in Nederland zeer gauw verteld.
Ternauwernood zou men kunnen beginnen met de vijf jaargangen van de Bijdragen tot de Boeken- en Mensenkennis, 1832-1836; men zou ook nog met enige reden de van 1864-1866 te Brussel verschenen Annales du bibliophile belge et hollandais hier kunnen noemen. Beter begint men met de zeer verdienstelijke Librije (later: Rotterdamsche Librije), 1887-1892. Geen navolger heeft het zo lang volgehouden, want Diferee's Boek en Kunst bestond nauwelijk een jaar en Greshoff's Witte Mier leverde van 1912-1913 drie delen af, om daarna niet meer te verschijnen.
Inmiddels: er bestonden (of bestaan gedeeltelijk nog) in deze eeuw vier bibliophiele verenigingen in Nederland. De Vereeniging Joan Blaeu heeft het niet als haar taak gezien naast de door haar verzorgde uitgaven ook een periodiek orgaan te laten verschijnen. De Nederlandse Vereniging voor Druk- en Boekkunst liet vanaf 1943 enige ‘Mededelingen’ verschijnen, nadat even tevoren (1940 - 1942) vier afleveringen van Imp. waren verschenen als uitgave van het Nederlandsche Verbond van Boekenvrienden. De Vereniging De Roos geeft - tenminste in het openbaar - geen periodiek uit. De gehele oogst bestaat dus uit de volgende publicaties:
1887-1892 |
De Librije (22 nummers) |
1904-1905 |
Boek en Kunst (1 jaargang) |
1912-1913 |
De Witte Mier (3 delen) |
1940-1942 |
Imp. (4 nummers) |
1943-1948 |
Mededelingen van de Ned. Ver. v. Druk- en Boekkunst (9 nummers) |
Voor een tijd van meer dan zestig jaren is dit een beschamend resultaat en tegelijk een stille huldiging aan Het Boek.
(Aanvullingen zullen gaarne worden gepubliceerd voorzover zij betrekking hebben op periodieken, die werkelijk voor de verzamelaar en bibliophiel bestemd zijn of waren.)