Ivo Smits
De aantrekkingskracht van een zwart gat
Gomikawa's Menselijke voorwaarden
Eerst maar eens over de legendarische omvang van deze roman: met een goede achttienhonderd Japanse pagina's in de moderne pocketeditie is Menselijke voorwaarden (Ningen no jōken, 1956-1958) niet eens het langste werk uit de Japanse literatuurgeschiedenis. Dat is vermoedelijk Takizawa Bakins De acht honden, dat in de eerste helft van de negentiende eeuw uiteindelijk 106 delen telde, of De Grote Bodhisattvabergpas, dat in de jaren 1913-1941 een succesvol romanfeuilleton was. Toch is Menselijke voorwaarden ook voor Japanse begrippen een uitzonderlijk lange roman, en dan nog een met een buitengewoon simpele plot, maar wel een roman die niet korter had gekund.
De roman vertelt het verhaal van de jonge, idealistische intellectueel Kaji die steeds verder betrokken raakt in de alledaagse gruwelijkheden van een oorlog. Auteur Gomikawa Junpei (pseudoniem van Kurita Shigeru, 1916-1995) behandelt in zes boeken, gebundeld in drie delen, minutieus de ervaringen van Japanse soldaten gedurende ‘de vijftienjarige oorlog’ - wat westerlingen de Tweede Wereldoorlog noemen. De roman is waarschijnlijk het bekendst door de gelijknamige filmtrilogie uit 1959-1961 die erop is gebaseerd en die met 9,5 uur recordhouder langste speelfilm uit de Japanse filmgeschiedenis is. Toen de roman uitkwam kende hij een nu goeddeels vergeten verkoopsucces: in nog geen drie jaar werden er 2,4 miljoen exemplaren van verkocht en uiteindelijk telde de uitgever 13 miljoen verkochte exemplaren.
Dat zijn droge gegevens. Mijn punt is niet dat Gomikawa een lange roman schreef, of dat de verfilming daarvan ook uitzonderlijk lang is. Wel relevant is de vraag waarom een commerciële filmstudio het zestig jaar geleden de moeite waard vond om een in lengte mateloos bioscoopdrama te helpen financieren dat verre van vrolijk stemt. Het antwoord zit verstopt in het verkoopsucces: collectief trauma. Ook in Japan heeft deze wereldoorlog slachtoffers gemaakt.
Menselijke voorwaarden was niet de eerste Japanse roman die al kort na de tweede wereldoorlog de ontluisterende oorlogservaringen van soldaten in Azië beschreef. Deels autobiografische romans als Vacuümzone (Shinkū chitai, door Noma Hiroshi, 1947), Krijgsgevangene (Furyoki, door Ōoka Shōhei, 1948) en Imphal (Imupāru, door Takagi Toshirō, 1949) hadden bij hun lezers al een aanklacht tegen Japans militaire bewind ingediend. Ook Gomikawa's roman is deels autobiografisch; we weten bijvoorbeeld dat een rauwe executiescène zich daadwerkelijk heeft voorgedaan, met Gomikawa in de rol van zijn latere personage. De verfilming ervan door Kobayashi Masaki (1916-1996) is mede zo'n succes geworden doordat de regisseur zijn eigen ervaringen als soldaat in de roman herkende en verbeeldde. Al deze verhalen voedden een behoefte aan het verwoorden van ervaringen die lange tijd niet benoemd mochten worden. In zekere zin is Gomikawa's roman het sluitstuk van die onmiddellijk naoorlogse periode van literaire aanvallen op het eigen krijgsbedrijf, maar dan wel een sluitstuk als dreun die de eerdere klappen doet verbleken.
‘Ik kreeg het briljante idee te willen bestuderen