Filter. Tijdschrift over Vertalen. Jaargang 27
(2020)– [tijdschrift] Filter. Tijdschrift over Vertalen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |
Irina Michajlova
| |
[pagina 22]
| |
geen e-mail om Nederlandse vrienden te consulteren, naar Nederland bellen was ook geen optie, want dat was voor mij niet te betalen. Vooral lastig waren de talloze historische verwijzingen in Huizinga's teksten; ik moest in Russische bronnen naar de beschrijving van die historische gebeurtenissen zoeken om de correcte, dat wil zeggen algemeen aanvaarde, Russische termen te vinden - iets wat tegenwoordig dankzij Wikipedia een fluitje van een cent is. Hetzelfde geldt voor de correcte transcriptie met cyrillische letters van de namen van talloze bekende en onbekende historici die door Huizinga worden geciteerd, bijvoorbeeld Spranger, Jolles, Tocqueville of Pourtalès - dat betekende zoeken en zoeken. Irina Michajlova begin jaren tachtig
Ik moet eerlijk bekennen dat ik één zin uit De taak der cultuurgeschiedenis helemaal niet begreep, zelfs niet na consultatie van een paar belezen Nederlanders. Die zin luidt: ‘De moderne uitgever, hoogst belangrijk cultuur-werktuig als hij is, is een wezen, dat door zijn functie genoodzaakt is, voortdurend scheel te zien, of wil men het minder ad hominem, te kijken met den zoogenaamden stierenblik.’Ga naar eindnoot2 Grapjes in een vreemde taal zijn nu eenmaal moeilijk te snappen en ‘stierenblik’ staat niet in Van Dale. Dus ik fantaseerde maar hoe een scheelogige stier kan kijken en schreef het toe aan de moderne uitgever. Ik was vreselijk bang dat iemand deze al te vrije vertaling zou ontdekken of dat er een stem uit de hemel zou klinken en mijn vertaalmisdaad bekendmaken. Maar dat gebeurde niet. Bijna dertig jaar lang, tot op de dag van vandaag, heb ik die zin niet durven herlezen. Na Johan Huizinga was er een jarenlange pauze in mijn vertalerschap. Tot het jaar 1997 toen in Rusland en Nederland een reeks manifestaties werd gehouden ter gelegenheid van het eerste bezoek van Peter de Grote aan de Nederlanden driehonderd jaar daarvoor. Er was ook | |
[pagina 23]
| |
een literair programma. Er kwamen medewerkers van het nlpvf naar Sint-Petersburg om aan Petersburgse uitgevers het systeem van subsidies uit te leggen.Ga naar eindnoot3 Tegen die tijd waren er namelijk al een aantal nieuwe, kleinere uitgeverijen ontstaan. De energieke en scheelziende uitgevers met hun stierenblik snapten het systeem van subsidies onmiddellijk en namen contact op met Petersburgse neerlandici. Toen mocht ik zelf een boek kiezen dat ik zou willen vertalen, en het was De slag om de Blauwbrug door A.F.Th. van der Heijden. Eerst moest ik natuurlijk, in overeenstemming met de regels van het nlpvf, een proefvertaling laten beoordelen, die overigens snel werd goedgekeurd. Die proefvertaling werd onder meer gelezen door de Nederlandse schrijver, slavist en vertaler Russisch-Nederlands Kees Verheul. Kees is en blijft een heel erg belangrijke figuur in de Russisch-Nederlandse literaire contacten. Op dat ogenblik zocht hij naar een vertaler voor zijn roman Villa Bermond, die hij in het Petersburgse literaire tijdschrift Zvezda zou publiceren. Hij stelde mij voor Villa Bermond te vertalen en beloofde me daarbij ‘mee te denken’ om het resultaat vervolgens te autoriseren. Het kwam erop neer dat ik hem elk vertaald hoofdstuk meteen per post stuurde en hij mijn Russische tekst corrigeerde om dan samen naar de beste variant te zoeken. Toen hij in Sint-Petersburg was, zaten we uren en uren lang naast elkaar zin voor zin te bespreken. Dat vind ik absoluut de beste manier om te leren vertalen en ik ben er heel erg trots op dat ik die lessen van Kees Verheul heb gekregen. Intussen heb ik een aantal artikelen geschreven waarin ik de correcties op een rijtje zet die Kees met zijn toverpotlood in de marge van mijn vertalingen maakte: dankzij die kleine correcties begon mijn nogal bleke en hier en daar matte tekst te fonkelen en te glanzen. Om het kort samen te vatten: de grootste vijanden van de vertaler zijn volgens Kees uitleggerigheid, langdradigheid en het streven naar ‘moois’. ‘Ik heb een wilde en lelijke zin geschreven, waarom wil je hem minder lelijk maken?’ Villa Bermond en De slag om de Blauwbrug verschenen bijna tegelijkertijd: in 1998 en 1999. Sindsdien heb ik altijd een vertaling onder handen. Want ik vind het prachtig om mijn leesplezier met landgenoten te kunnen delen. |
|