Is deze ‘assimilatie’ uit een andere cultuur, die via een ‘lege plek’ geïntegreerd wordt in de eigen cultuur, een ‘vertaling’?
Een soortgelijk proces wordt beschreven in ‘Transference as Narcissistic or Traumatic Experience: Contemporary Chinese Poets (Mis-) Translated from Their Western Predecessors’, waarin Yang Xiaobin de invloed van westerse literatuur op Chinese schrijvers onderzoekt. Deze invloed vinden we niet in eenvoudige imitatie, maar in de meer algemene verwerking van grote westerse denkers in een Chinese context (214). Ook hier gaat het dus weer om de verwerking van westerse ideeën in de eigen cultuur.
Een voorbeeld van culturele vertaling op antropologisch niveau is Pei-Yin Lins artikel ‘Translating the Other: On the Re-circulations of the Tale Sayon's Bell’. Het richt zich op de manier waarop de Japanse filmdirecteur Shimizu Hiroshi (1903-1966) de Taiwanese inboorlingen in de film Sayon's Bell (1943) heeft verbeeld, hoe dit inheemse volk zich ontwikkelt van ‘primitieve anderlingen’ tot ‘keizerlijke onderdanen’ (139). Alhoewel Lin concludeert dat Shimizu er niet in geslaagd is een juiste interpretatie of vertaling te geven van dit gekoloniseerde volk, benadrukt zij dat de film wel de mogelijkheid schept om het vertaalproces kritisch te bezien en te kijken naar aspecten van domesticerend of vervreemdend vertalen, met name waar het gaat om het uitbeelden van kolonisator en gekoloniseerden (161). Ook hier de vraag: is het verbeelden van een volk vertaling?
Over wat nu wel of niet een authentieke vertaling is geeft James St. André in ‘Exploring the Role of Pseudo-translation in the History of Translation: Marryat's Pacha of Many Tales’ een beschouwing. Hij onderzoekt Frederick Marryats (1792-1848) bewerking van een Chinees verhaal, die gebaseerd is op een bestaande ‘authentieke’ vertaling. Deze bewerking werd speciaal gemaakt om aan de verwachtingen van de Engelse lezer te voldoen, dat wil zeggen: het verhaal werd ‘georiëntaliseerd’ (41). Of dit als een vertaling beschouwd kan worden hangt ervanaf: St. André citeert de definitie van Gideon Toury, ‘translations were anything considered to be translations by the target culture’, en die van Theo Hermans, ‘translations are texts that have been consecrated by a translator and accepted by the community’ (30-31). Met andere woorden, zo zegt hij, de definitie van vertaling verandert naargelang het tijdperk en de cultuur.
Tot slot, een belangrijk doel van deze bundel was om vertaalwetenschap en sinologie (China Studies) dichter bij elkaar te brengen. Hoewel de bundel zich vooral concentreert op de vertaling van buitenlandse kennis naar het Chinees en op de receptie en invloed in China, is er door het boek zelf een belangrijke bijdrage aan de kennisoverdracht van oost naar west geleverd. Dankzij de informatie die nu in het Engels beschikbaar is, is (de geschiedenis van) het vertalen in China toegankelijker geworden en kan recent onderzoek door Chinese (vertaal)wetenschappers grotere bekendheid krijgen.
Audrey Heijns