| |
| |
| |
Paul Claes
Gouden vertaalregels II
‘Engels is volgens mij de moeilijkste taal ter wereld, maar dan vermomd als de makkelijkste.’
Benno Barnard, Knack, 12 juli 2006
In een vorige bijdrage heb ik laten zien hoe vertalingen uit het Frans vaak gesteld zijn in een weinig idiomatisch Nederlands. Dat ‘Nederfrans’ ontstaat doordat vertalers te weinig oog hebben voor de systematische verschillen tussen de bron- en de doeltaal. We kunnen dat vertaals aanzienlijk verbeteren door ons subjectieve taalgevoel in te ruilen voor objectieve vertaalregels.
In deze tweede bijdrage wil ik soortgelijke regels formuleren voor het vertalen uit het Engels. Beide talen hebben meer gemeen dan we doorgaans denken. Zo gebruiken Engelstaligen evenveel personificaties en abstracties als Franstaligen. De eerste van de volgende vertaalregels recapituleren dan ook regels voor het vertalen uit het Frans.
| |
1. Personificatie
In het Engels kan een niet-bezield substantief (een ding, een begrip, een gebeurtenis, een gemoedstoestand) als onderwerp dienen van een zin met een bezield werkwoord. Wij vinden dergelijke zinnen wat te animistisch klinken en verkiezen daarom een persoonlijk onderwerp of een andere constructie. Dat blijkt uit de volgende voorbeelden:
- | A kind of panic seized me: ik raakte zowat in paniek |
- | A recent poll indicates that: uit een recente peiling bleek dat |
- | The study found: uit het onderzoek bleek/de onderzoekers ontdekten |
- | What does the notice say?: wat staat er in de mededeling? |
Zelfs bepalingen van tijd, plaats of middel fungeren soms als grammaticaal onderwerp van zinnen die als het ware worden verpersoonlijkt door het bezielde werkwoord. Wij vermijden dergelijke constructies:
- | Our century has seen the break-down of many values: in de twintigste eeuw hebben we veel waarden zien teloorgaan |
- | Our car seats five persons: in onze auto is plaats/ruimte voor vijf personen |
- | This war killed many people: bij deze oorlog kwamen veel mensen om |
In het Engels verschijnen vaak lichaamsdelen als onderwerp. Ook in dat geval verkiezen wij een persoonlijk onderwerp:
- | My head aches: ik heb hoofdpijn |
- | Your mouth is cold: je hebt een koude mond |
- | His face looked pale: hij zag er bleek uit |
| |
2. Abstractie
In zijn essay Politics and the English language (1947) vindt George Orwell het al te abstracte taalgebruik van de intelligentsia decadent. Als illustra- | |
| |
tie herschrijft hij de concrete beelden van vers 9: 11 uit het boek Prediker in een karikaturaal Engels vol substantiveringen.
Ecclesiastes 9: 11:
I returned, and saw under the sun, that the race is not to the swift, nor the battle to the strong, neither yet bread to the wise, nor yet riches to men of understanding, nor yet favour to men of skill; but time and chance happeneth to them all.
Nieuwe Bijbelvertaling:
Ik heb onder de zon opnieuw gezien dat niet altijd de hardloper de wedloop wint, een sterke held de oorlog, dat hij die wijs is niet altijd zijn brood heeft, en hij die inzicht heeft de rijkdom, hij die bekwaam is het respect. Zij allen zijn afhankelijk van tijd en toeval.
Orwells rewriting:
Objective consideration of contemporary phenomena compels the conclusion that success or failure in competitive activities exhibits no tendency to be commensurate with innate capacity, but that a considerable element of the unpredictable must invariably be taken into account.
Mijn Nederlandse versie:
Een objectieve beschouwing van hedendaagse verschijnselen dwingt tot de conclusie dat overwinning of nederlaag in competitieve activiteiten geen neiging vertoont evenredig te zijn met aangeboren aanleg, maar dat constant rekening moet worden gehouden met een aanzienlijke factor van onvoorspelbaarheid.
Orwell klaagt terecht de wollige taal van zijn tijdgenoten aan, maar verliest uit het oog dat een zekere mate van abstractie ingebakken zit in het Engelse idioom. Zo gebruikt hij in zijn eigen essay doorlopend abstracte formuleringen als ‘It follows that any struggle against the abuse of language is a sentimental archaism’ en ‘In our time, political speech and writing are largely the defence of the indefensible.’ Evenals Fransen gebruiken Engelsen immers graag substantieven die afgeleid zijn van adjectieven of werkwoorden om hun formulering compacter te maken. Dergelijke substantiveringen of nominaliseringen klinken in onze taal vaak al te formeel. Daarom verkiezen we de adjectivale of werkwoordelijke constructie. ‘Bijgevolg is het oubollig sentimenteel in te gaan tegen taalmisbruik’ en ‘Politieke sprekers en schrijvers van vandaag verdedigen vaak wat niet te verdedigen is.’
Een letterlijke vertaling is vaak onidiomatisch. ‘The treatment of this topic lacks clarity’ vertalen we beter niet als ‘De behandeling van dit onderwerp mist duidelijkheid’ maar als ‘Dit onderwerp is niet al te duidelijk behandeld.’ Hier volgen nog een aantal voorbeelden:
- | It's my hope: dat hoop ik |
- | It's my belief that: ik geloof dat |
- | Dancing is a great love of him: hij is dol op dansen |
- | That was the end of it: daarmee was het afgelopen/daarmee was de zaak ten einde |
- | She is excited about his visit: ze is opgewonden nu hij op visite komt |
- | The creation of a society of equality is neces- |
| |
| |
| sary: er moet dringend een maatschappij komen waarin iedereen gelijk is |
| |
3. Zinsbouw
Beginnende vertalers volgen meestal slaafs de originele woordvolgorde, en zelfs geroutineerde vertalers laten zich weleens verleiden tot onidiomatische zinswendingen. Het komt me voor dat barbaristische constructies zijn toegenomen door het gebruik van automatisch vertaalprogramma's.
De Engelse zinsbouw is stereotieper dan de Nederlandse. Zinnen beginnen in de regel met het onderwerp, in het Nederlands nauwelijks de helft van de zinnen. We doen er dus goed aan bij het vertalen naar variatie in de zinsbouw te streven.
| |
* Onbepaald onderwerp
Zinnen met een onbepaald onderwerp beginnen in het Engels meestal met het onderwerp, in het Nederlands doorgaans met ‘er’:
- | A book was (lying) on the table: er lag een boek op tafel |
- | A letter has arrived: er is een brief aangekomen |
- | New houses are being built: er worden nieuwe huizen gebouwd/er komen nieuwe huizen |
- | One or two cars have been stolen: er zijn een paar auto's gestolen |
- | Something went wrong: er is iets misgegaan |
- | Somebody called: er heeft iemand (voor je) gebeld |
- | A stranger came to town: er verscheen een vreemdeling in de stad |
| |
* Anafoor
Engelse prozaschrijvers laten opeenvolgende zinnen vaak met hetzelfde onderwerp beginnen. Ernest Hemingway maakte van de anafoor een handelsmerk. Maar zelfs bij minder journalistiek schrijvende auteurs vinden we voorbeelden van deze tendens. In een alinea van het verhaal ‘To Room Nineteen’ van Doris Lessing begint elke zin met het onderwerp: ‘She lay...’, ‘Then she heard...’, ‘She slid down...’, ‘And she stretched out...’, ‘She curled herself...’, ‘she could say...’ Vertalers die deze woordplaatsing klakkeloos overnemen, moeten zich ervan bewust zijn dat anaforen in het Nederlands veel monotoner klinken dan in het Engels. Een inversie hier en daar kan wonderen doen.
| |
* Aanhechting
Net als Franse zinnen worden Engelse zinnen vaak kunstmatig verlengd door aanhechting van participia en andere constructies. Doris Lessing schrijft in de eerste zin van de aangehaalde alinea: ‘She lay in the empty bedroom, listening to the car drive off with Matthew in it, off to work.’ Het participium ‘listening’ en de voorzetselconstructie ‘off to work’ laten de hoofdzin uitdijen. Een lineaire weergave klinkt stroef en omslachtig: ‘Ze lag in de lege slaapkamer te luisteren hoe de auto wegreed met Matthew erin die naar zijn werk vertrok.’ Beter is het de zin te splitsen: ‘In de lege slaapkamer lag ze te luisteren hoe de auto wegreed: Matthew vertrok naar zijn werk.’
Participiumconstructies doen in hedendaags Nederlands verouderd aan. De meest voor de hand liggende oplossing is nevenschikking te gebruiken:
- | Seating herself, she began to read: ze ging zitten en begon te lezen |
Een onderschikkende constructie is een andere mogelijkheid:
| |
| |
- | She wrote a letter, thanking him for his help: ze schreef een brief om hem voor zijn hulp te danken/ze schreef een brief waarin ze hem voor zijn hulp dankte |
De zin splitsen is doorgaans de beste oplossing:
- | The poetry of Horace is richly varied, its focus moving between public and private concerns: De poëzie van Horatius is rijk gevarieerd. De dichter verdeelt zijn aandacht tussen publiek en privé domein. |
Engelse participia die voorafgegaan worden door voegwoorden (before, after, when, while, if, unless, although) worden het best vertaald als bijwoordelijke zinnen:
- | Before leaving he wrote a letter: voor hij wegging schreef hij een brief |
Een heikel probleem voor literair vertalers zijn de participia waarmee auteurs hun sprekende personages karakteriseren. Een lijstje met standaardoplossingen is altijd handig:
| ‘O yes!’ Mary said laughing |
(1) | ‘O ja!’ zei Maria lachend |
(2) | ‘O ja!’ zei Maria, die lachte |
(3) | ‘O ja!’ zei Maria en ze lachte |
(4) | ‘O ja!’ zei Maria terwijl ze lachte |
(5) | ‘O ja!’ lachte Maria |
| |
4. Woordplaatsing
Tegenover de stereotiepe woordplaatsing in het Engels staat de relatief vrije woordplaatsing in het Nederlands. Een eenvoudig zinnetje als ‘I had tea with her in Amsterdam on Monday’ kan op ten minste twaalf verschillende manieren worden weergegeven:
(1) | Ik heb maandag in Amsterdam met haar thee gedronken |
(2) | Ik heb maandag in Amsterdam thee met haar gedronken |
(3) | Ik heb maandag in Amsterdam thee gedronken met haar |
(4) | Ik heb met haar maandag in Amsterdam thee gedronken |
(5) | Ik heb maandag met haar in Amsterdam thee gedronken |
(6) | Ik heb maandag met haar thee gedronken in Amsterdam |
(7) | Maandag heb ik in Amsterdam thee gedronken met haar |
(8) | Maandag heb ik in Amsterdam met haar thee gedronken |
(9) | Maandag heb ik in Amsterdam thee gedronken met haar |
(10) | Maandag heb ik met haar in Amsterdam thee gedronken |
(11) | Maandag heb ik in Amsterdam met haar thee gedronken |
(12) | Maandag heb ik met haar thee gedronken in Amsterdam |
Het eerste wat opvalt is dat in het Engels de tijdbepaling na de plaatsbepaling komt en in het Nederlands steeds ervoor. De opeenvolging ‘in Amsterdam on Monday’ wordt dus overal ‘maandag in Amsterdam’. Bij grotere nadruk komt de Nederlandse tijdbepaling aan het begin van de zin te staan: ‘Maandag...’
De verdere verschillen in woordplaatsing zijn beslist niet willekeurig, maar zelfs voor moedertaalsprekers moeilijk te expliciteren. De Algemene Nederlandse Spraakkunst (ans) biedt hier enig soelaas. In het algemeen komt bekende informatie voorop en nieuwe achterop. Die topic-commentstructuur bestaat ook in het Engels, maar de focalisering speelt in het Nederlands een belang- | |
| |
rijkere rol. Zo kunnen we ‘met haar’ en ‘in Amsterdam’ een speciale nadruk geven door de bepalingen buiten de tangconstructie te zetten.
Het blijft voor een vertaler moeilijk om een keuze te maken tussen zo'n overvloed aan mogelijkheden. Gelukkig bieden de volgende vertaalregels enig houvast.
(a) | In tegenstelling met het Engels is er in het Nederlands een verplichte inversie als de zin met een bijwoordelijke bepaling begint:
- | She's flying to New York tomorrow |
- | Ze vliegt morgen naar New York |
- | Morgen vliegt ze naar New York |
|
(b) | In het Engels gaat de meer bijzondere bepaling vooraf aan de algemene, in het Nederlands is het net omgekeerd:
- | He leaves at 5 o'clock every day |
- | Hij vertrekt elke dag om vijf uur |
|
(c) | De gewone volgorde van de zinsdelen in het Engels is: zinsbijwoord / onderwerp / werkwoord / voorwerp / bijwoordelijke bepaling van wijze, middel, plaats (richting), tijd. In het Nederlands is de gewone volgorde: zinsbijwoord / werkwoord / onderwerp / voorwerp / bijwoordelijke bepalingen van tijd, wijze, middel, richting. Een voorbeeld:
- | Apparently she goes rapidly by bus to Amsterdam on Mondays |
- | Kennelijk rijdt ze's maandags snel met de bus naar Amsterdam |
|
(d) | Een handige vuistregel is de tijdbepaling zoveel mogelijk naar voren te halen. De vorige zin kan ook luiden:
- | 's Maandags rijdt ze kennelijk snel met de bus naar Amsterdam |
|
(e) | engelsen groeperen graag de bepalingen, wij verdelen ze bij wijze van variatie over de hele zin (tot wanhoop van de vreemdelingen die onze taal willen leren spreken). |
| |
Toepassing
Laten we met deze kennis gewapend een bestaande vertaling bekijken. Het gaat om de aanvangszin van de beroemde Engelse roman The French Lieutenant's Woman (1969) van John Fowles:
An easterly is the most disagreeable wind in Lyme Bay - Lyme Bay being that largest bite from the underside of England's outstretched south-western leg - and a person of curiosity could at once have deduced several strong probabilities about the pair who began to walk down the quay at Lyme Regis, the small but ancient eponym of the inbite, one incisively sharp and blustery morning in the late March of 1867.
Dit is de vertaling door Frédérique van der Velde (Bussum: Van Holkema & Warendorf, 1970):
Oostenwind is de onaangenaamste wind in de baai van Lyme - de baai van Lyme is die grootste hap uit de onderkant van Engelands uitgestrekt zuidwestelijke been - en een nieuwsgierig mens zou onmiddellijk allerlei sterke waarschijnlijkheden hebben kunnen afleiden uit het paar dat de kade begon af te lopen van Lyme Regis, het kleine maar zeer oude stadje dat zijn naam had afgeleid van de hap, op een snerpend koude en winderige ochtend laat in maart van het jaar 1867.
| |
| |
Een goed redacteur zou hierop heel wat kunnen aanmerken. Frédérique, waarom schrijf je ‘Engelands’ en niet ‘van Engeland’? Waarom ‘sterke waarschijnlijkheden’ en niet ‘sterke vermoedens’? Kun je iets ‘afleiden’ uit een paar? Is het stilistisch niet onhandig ‘afleiden’ te laten volgen door ‘afgeleid’? Heeft het stadje zijn naam afgeleid van de baai of omgekeerd?
Wat vooral stoort is dat de gedachtegang in de vertaling zo moeilijk te volgen is. Dat ligt minder aan de lengte van de zin dan aan de syntaxis. De verbinding ‘en’ tussen beide hoofdzinnen klinkt raar in het Nederlands. De vertaalster weet kennelijk niet dat ‘and’ vaak ‘en dus’ of ‘en dan ook’ betekent. Ons ‘en’ heeft normaal geen redengevende functie.
Om zo'n ingewikkelde zin goed te vertalen is veel denk- en puzzelwerk nodig. De eerste hoofdzin vertoont inversie van onderwerp en gezegde: ‘An easterly is the most disagreeable wind’. Door de focus op ‘An easterly’ te leggen kan hij de bijwoordelijke bepaling (met de lange bijstelling) achterop laten staan. In het Nederlands komt de belangrijkste informatie normaal aan het eind van de zin: de guurste wind is er een uit het oosten. In dat geval moet de plaatsbepaling naar voren verhuizen: ‘De guurste wind in de baai van Lyme’ of ‘In de baai van Lyme is de guurste wind’. Maar door de lange bijstelling ontstaat een vervelende tangconstructie:
- | De guurste wind in de baai van Lyme (de baai van Lyme is...) is er een uit het oosten |
- | In de baai van Lyme (de baai van Lyme is...) is de guurste wind er een uit het oosten |
Als we de plaatsbepaling toch achterin laten staan, kunnen we beter een relatieve zin inschakelen: ‘De Oostenwind is wel de guurste wind die waait in de baai van Lyme (de baai van Lyme is...)’.
Er staat nu tweemaal na elkaar ‘is’ (het Engels heeft ‘is’ en ‘being’). In de bijstelling is ‘bite’ een substantivering van het werkwoord ‘to bite’ (bijten, happen). We kunnen dat werkwoordelijke meer benadrukken door te schrijven: ‘een hap nemen uit’.
In de tweede hoofdzin volgt naar Engelse gewoonte de bepaling van tijd op die van plaats. In het Nederlands moeten we die volgorde omkeren. Bovendien moeten we de bijzondere bepaling ‘op een... ochtend’ plaatsen voor het algemenere ‘eind maart 1867’. De bepaling van tijd kan nu voorop komen. Al deze overwegingen leiden tot het volgende resultaat:
De oostenwind is wel de guurste wind die waait in de baai van Lyme (de baai die de grootste hap neemt uit het naar het zuidwesten uitgestoken been van Engeland) en een nieuwsgierig iemand zou dan ook onmiddellijk sterke vermoedens hebben gehad over het paar dat eind maart 1867 op een bitterkoude stormige ochtend de kade begon af te lopen in Lyme Regis, het kleine maar aloude stadje dat zijn naam aan die hap gaf.
| |
5. Modalisering
Een modaliteit drukt de verhouding van de spreker tot zijn mededeling uit. In het Engels zit die in de werkwoordsvorm vervat, in het Nederlands gebruiken we veeleer partikels: eens, maar, nu, zo, toch, wel, even.
De Engelse imperatief klinkt minder dwingend dan de Nederlandse gebiedende wijs. Zo kan de imperatief ‘come’ al naargelang de context diverse modale nuances hebben, die in het Nederlands met verschillende partikels gemarkeerd worden:
- | (uitnodigend) kom eens |
- | (geruststellend) kom maar |
| |
| |
- | (ongeduldig) kom nou |
- | (dwingend) kom dan toch |
Andere voorbeelden van imperatieven zijn:
- | wait: wacht eens/es/even |
- | say: zeg het maar |
- | don't cry: huil maar niet/huil nou maar niet |
- | don't be silly: doe niet zo gek |
- | forget it: vergeet het maar |
- | wait and see: afwachten maar/we zullen wel zien |
- | tell him: zeg het hem maar |
Ook het versterkende ‘do’ en ‘you’ bij de ‘emphatic imperative’ worden met partikels weergegeven:
- | do take some more: toe, neem nog wat |
- | do be reasonable: wees toch/nu eens redelijk |
- | do come in: kom toch binnen |
- | don't you forget it: vergeet het maar/vooral niet |
- | love me do: hou toch van me |
Soms dringt een andere constructie zich op:
- | Be quiet: kalm/ rustig aan |
- | Have a nice day: een prettige dag nog |
Bij officiële berichten hanteren we in het Nederlands een onpersoonlijker klinkende constructie dan de imperatief:
- | Keep out/off: verboden toegang/niet betreden |
- | Post no bills: verboden aan te plakken |
- | Keep to the right: rechts houden |
Modaliserende partikels laten ook gewone zinnen beter lopen:
- | This way please: volgt u me maar |
- | Where have you been?: waar zat je toch? |
- | She'll manage: ze redt het wel |
| |
6. False friends
Veel vertaalfouten komen op het conto van ‘valse vrienden’: woorden of wendingen die de vertaler ten onrechte klakkeloos overneemt. Ik wil dat illustreren met enkele vertaalde titels.
De Canterbury Tales van Geoffrey Chaucer heten in de versie van Ernst van Altena De Canterburyverhalen. Dat is een puur anglicisme. ‘Canterbury’ speelt in deze titel de rol van ‘premodification’: een substantief met de functie van een adjectief of een bijvoeglijke bepaling. Niemand zou een Nederlands boek De Amsterdam-verhalen noemen. De oude vertaler A.J. Barnouw had hier de fraaie oplossing De vertellingen van de pelgrims naar Kantelberg. Andere oplossingen zijn De Kantelbergse vertellingen of Verhalen op weg naar Canterbury.
De titels van James Joyce stellen vertalers voor problemen. Rein Bloem nam de titel van zijn verhalenbundel Dubliners onveranderd over als Dubliners. Dat lijkt me een gemakkelijkheidsoplossing. De Franse vertaling klinkt idiomatischer: Gens de Dublin. Misschien is Mensen uit Dublin wel de beste Nederlandse weergave.
De roman A Portrait of the Artist as a Young Man kreeg in de vertaling van Gerardine Franken en Leo Knuth de titel Portret van de kunstenaar als jongeman. De Franse vertaler koos voor het even letterlijke Portrait de l'artiste en jeune homme, de Duitse voor Das Jugendbildnis (dat laat Artist onvertaald). Tjit Reinsma, alias Nicolaas Matsier, wees me er ooit op dat de Nederlandse titel fout is: ‘Portrait of the artist’ is in schildersjargon gewoon ‘zelfportret’. De enige juiste vertaling is dus Zelfportret als jongeman.
De roman Ulysses is inmiddels driemaal in het Nederlands vertaald. John Vandenbergh, de eer- | |
| |
ste vertaler, nam de eigennaam gewoon over. In het Frans, het Italiaans en het Spaans krijgen we een klankaanpassing aan het gewone taalgebruik: respectievelijk Ulysse, Ulisse en Ulises.
De Latijnse vorm Ulysses is de traditionele Engelse naam van de Griekse held Odysseus. De latinisering is te verklaren doordat de Griekse cultuur in Engeland via een Latijns filter gepasseerd is. Shakespeares Troilus and Cressida (1601), Popes versie van de Odyssea (1726), Tennysons monoloog Ulysses (1842), de toneelstukken The Return of Ulysses (1885) van Robert Bridges en Ulysses (1902) van Stephen Phillips zijn maar enige van de teksten waarin de Latijnse vorm Ulysses verschijnt. Pas na de Eerste Wereldoorlog is de Griekse vorm Odysseus geleidelijk aan in het Angelsaksische taalgebied doorgedrongen. Ezra Pound noemt de held van zijn Cantos Odysseus. Joyce daarentegen koos in 1922 voor het ingeburgerde Ulysses.
In het Nederlands is de eigennaam Ulysses sinds lang verouderd. Coornhert noemde zijn vertaling van de Odyssee in 1561 ‘De dolinghe van Ulysse’ en Vondel heeft het in zijn Palamedes (1625) over Ulysses, maar Vosmaer koos in zijn versie uit 1888 voor Odysseus en latere vertalers (Timmerman, Boutens, Schwartz, Van Gelder, Aafjes, Dros, De Roy van Zuydewijn) hebben zijn voorbeeld gevolgd. Tegenwoordig is de enige juiste weerga ve van de titel Ulysses dan ook Odysseus. Zo stond het ook op de diskette die Mon Nys en ik in 1993 naar uitgeverij De Bezige Bij stuurden. Helaas heeft de uitgever de titel Odysseus eigenmachtig weer in Ulysses veranderd. Ons protest mocht niet baten: contractueel bepaalt de uitgever de uiteindelijke titel.
De nieuwe vertalers Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes hebben gekozen voor de weergave Ulixes. Die maffe titel gaat terug op Jacob van Maerlant: een vreemde keus voor een modernistisch meesterwerk. De allersubjectiefste motivering van de vertalers is dat ze graag een titel met een x hadden. Ze lijken zich dus niet te realiseren dat de naam Ulixes voor moderne Nederlandse lezers geen enkel belletje doet rinkelen, terwijl de Engelse lezers van Joyce de naam Ulysses onmiddellijk begrijpen.
Moraal van het verhaal: zolang vertalers meer op hun intuïtie vertrouwen dan op hun intellect, zal de kwaliteit van vertalingen daaronder lijden.
|
|