Post
Geachte redactie,
In het artikel ‘Coming from America: “Young adults” in de letteren’ in Filter 17:1 zegt Maria Postema benieuwd te zijn naar mijn ideeën over het al dan niet vertalen van de titel Paper Towns.
Daar wil ik graag op reageren. Ja, ik had liever een Nederlandse titel gezien. Nee, ik heb niet geprobeerd er invloed op uit te oefenen. Daarvoor heb ik al te vaak mijn neus gestoten. Als ik opdracht krijg een boek te vertalen, staat de Nederlandse titel vaak al vast en staat het boek al onder die titel in de aanbiedingsfolders. Wat voor mij geldt, geldt ongetwijfeld ook voor vele anderen. Dat maakt het des te frustrerender dat je als vertaler wel op die titel wordt aangesproken, door recensenten, door lezers en nu door de auteur van dit artikel, die zelf de Twilightreeks heeft vertaald en dus vast wel weet hoe weinig je als vertaler over de titel te zeggen hebt.
In het geval van Paper Towns - Waar is Margo Roth Spiegelman? gaat het om een deel uit de reeks Made in the usa, waarin de Amerikaanse titel altijd gehandhaafd blijft, met een aanvulling in het Nederlands. Los van de vraag of ik daar als vertaler blij mee ben, was pleiten voor Papieren steden dus niet aan de orde.
Postema vindt het opvallend dat ik er in het boek zelf wél voor kies boeken (De glazen stolp, Slachthuis vijf) hun Nederlandse titel te geven. Simpel: daarbij had ik de mogelijkheid te kiezen, en als er van een genoemd boek een vertaling bestaat gebruik ik gewoonlijk de titel daarvan. Ik zeg ‘gewoonlijk’, want er duikt meteen al een uitzondering op. Dat ik The Great Gatsby heb laten staan is inderdaad omdat de hoofdpersoon het ‘voor Engels’ moet lezen; ik vond het nogal eigenaardig klinken om iemand voor Engels een Nederlandstalig boek te laten lezen.
Overigens vind ik het erg jammer dat Postema haar vraag niet stelt op de plaats waar hij bij haar opkomt en waar ik hem kan beantwoorden: bij mijn stukje op het boekvertalersblog. Nu ze hem in Filter poneert kan ik alleen maar hopen dat de mensen die hem hebben gelezen ook mijn reactie onder ogen krijgen.
Met vriendelijke groet,
Aleid van Eekelen-Benders