Ook de Specimina philosophiae blijken bij nadere beschouwing absoluut niet verbum verbo vertaald te zijn - wat helaas ook betekent dat de auteursingrepen helemaal niet gemakkelijk te herkennen zijn, in tegenstelling tot wat Descartes beweert. Waarschijnlijk diende het bericht aan de lezer vooral om de verkoop te bevorderen en was het Descartes' bedoeling de vertaling te autoriseren terwijl hij tegelijk een reden voor zijn correcties gaf en een uitvlucht voor alles wat hij gemist had.
Vopiscus Fortunatus Plemp, een kennis van Descartes in Leuven, merkte na ontvangst van zijn presentexemplaar van Discours en Essais dadelijk op dat het boek vanwege de stijl niet goed in het Latijn te vertalen zou zijn. Descartes' unieke Franse proza, krachtig en elegant, werd door zijn tijdgenoten op waarde geschat. De Latijnse vertaler heeft op veel plaatsen zijn best gedaan om een mooi resultaat te krijgen en toch ontbreekt het uiteindelijk vaak aan elegantie én aan helderheid. Zijn slordige zinsbouw leidt er soms zelfs toe dat je het Frans moet raadplegen om het Latijn te begrijpen. Zijn beheersing van het Latijn is niet geweldig en af en toe maakt hij grote slordigheidsfouten die verraden dat het een haastklus moet zijn geweest. Een voorbeeld: als het in de Meteores over waterdruppels gaat die ‘moins espaisses en leur hauteur qu'en leur largeur’ zijn, staat er in de Meteora ‘minùs in latitudine, quàm in longitudine crassae’ - precies het tegendeel dus. Af en toe is ook duidelijk te zien dat de vertaler niet de hele zin las voordat hij begon te schrijven.
Maar de bewuste vrijheden van de vertaler zijn veel leuker om het over te hebben. Descartes' kennis, wie het ook was, maakte uitbundig gebruik van het stilistisch instrumentarium dat hem ter beschikking stond om de tekst voor het nieuwe publiek begrijpelijk en aangenaam te maken. Sommige van deze instrumenten worden nog altijd door vertalers gehanteerd; van andere is het gebruik nu onvoorstelbaar.
Een van die instrumenten is variatio, het vertalen van een steeds terugkerend woord met verschillende synoniemen. Zo wordt espais (‘dik’) in dezelfde passage nu eens met crassus en dan weer met tumidus vertaald en on obserue (‘men ziet’) met observatur, notatur en animadvertimus. Dat het met variatio ook lelijk mis kan gaan als het om technische termen gaat, is onder andere te zien aan de vertalingen van het werkwoord tendre (‘neigen’), een cruciale term in de verklaring van de aard van het licht in de Dioptrique. De vertaler ziet over het hoofd dat het belangrijkste van dit woord is dat het geen feitelijke beweging aangeeft en vertaalt het met affectare (de geslaagdste variant), tendere (wat in het Latijn wél echte beweging aanduidt en elders in de Specimina ook zo wordt gebruikt), ferri, properare en pergere (alle drie misleidend).
Ornatus of verfraaiing is ook een favoriet van de vertaler en het effect is vaak geslaagd. Descartes' simpele ‘materialen’ worden ‘stenen, hout, cement en andere nuttige dingen om te bouwen’; de zoutdeeltjes die de tong in het Frans eenvoudig ‘met de punt’ raken (waaraan het zout in Descartes' mechanisch georiënteerde wereldbeeld zijn smaak ontleent) zijn in het Latijn ‘opgericht als speerpunten en als spiezen geworpen’ - in modern Nederlands klinkt dat overdreven, maar in het zeventiende-eeuwse Latijn klinkt het als een klok.
Extra leuk zijn de hier en daar voorkomende aanpassingen aan het referentiekader van een klassiek geschoold publiek, zoals de toegevoegde verwijzing naar de Griekse schilder Apelles en de vertaling van ‘les extrauagances des Paladins de nos romans’ (‘de vreemde gedragingen van de paladijnen uit onze romans’) met ‘deliria anti-