Filter. Tijdschrift over Vertalen. Jaargang 17
(2010)– [tijdschrift] Filter. Tijdschrift over Vertalen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |||||
Henri Bloemen en Winibert Segers
| |||||
[pagina 38]
| |||||
tig jaar geleden vertaalde, koos voor de eerste oplossing: ‘de feiten en hun oorzaak’. Marianne GossijeGa naar eindnoot4 lost in haar vertaling van Bonjour tristesse (2009) het probleem anders op: Hoe groot de heterogeniteit tussen oorzaak en gevolg op het eerste gezicht ook mag lijken en hoe diep de kloof ook is tussen een gedragsregel en het wezen der dingen, men kan alleen uit het contact met het generatieve principe van de menselijke soort de nodige kracht putten om de mensheid lief te hebben. (Bergson geciteerd in Sagan 2009: 50; cursivering hb/ws) Gossije vertaalt Bergsons zin zoals die in Les deux sources de la morale et de la religion te vinden is. We bladeren nog wat verder in Lampo's vertaling en lezen een tweede passage; Cécile wil niet dat haar vader met Anne trouwt; Elza, de voormalige vriendin van haar vader, moet haar daarbij helpen: ‘Als dat huwelijk doorgaat, is het leven van ons alle drie verwoest, Elza. Mijn vader moet tegen zichzelf verdedigd worden, want hij is een groot kind... Een groot kind...’ Chineesjes! Wat komen die hier doen? Wat staat er in het Frans? ‘... et pour les petits Chinois’ (Sagan 1954: 90). Dat begrijpen we niet. Al googlend vinden we gelukkig de volgende zinnen: Recycler le papier d'aluminium ‘pour les petits Chinois’, je l'ai fait dans mon enfance, [...]! http://projetbabel.org/forum/viewtopic.php?t=9737 | |||||
[pagina 39]
| |||||
les aluminium des tablettes de chocolat ‘pour les petits Chinois’. De woordgroep ‘pour les petits Chinois’ kan, net zoals het Bergsoncitaat, op verschillende manieren worden opgelost. Lampo behoudt de verwijzing naar de Franse historische context: tijdens de eerste helft van de vorige eeuw werd in Frankrijk zilverpapier verzameld voor de missies in China. Heel wat Nederlandstalige lezers zullen Lampo's vertaling ‘En voor de arme kleine Chineesjes’ niet begrijpen. Gossije daarentegen maakt het de lezer iets gemakkelijker; haar vertaling ‘en voor de arme kleine negertjes’ zal in Nederland en Vlaanderen ongetwijfeld beter worden begrepen dan die van Lampo. | |||||
Nawoord pro domoWanneer een bekend werk hervertaald wordt, zeker wanneer er meer dan een halve eeuw tussen beide ‘vertaalfeiten’ ligt, lijkt dat een uitgelezen moment om beide vertalingen met elkaar te vergelijken en er in vertaalkritische zin uitspraken over te doen. De laatste zin van de vorige alinea, waarin we zeggen dat de ene vertaling ‘ongetwijfeld beter (zal) worden begrepen’ dan de andere is zo een oordelende uitspraak. Op grond waarvan kunnen, mogen we zoiets beweren? We hebben vastgesteld dat Marianne Gossije als vertaalster zorgvuldiger te werk gegaan is: ze heeft een verkeerd citaat rechtgezet en ze heeft een idiomatische uitdrukking idiomatisch correcter vertaald. Twee punten, waar de tekst van Lampo opviel, waar die het lezen deed stokken, vallen in de nieuwe vertaling niet meer op. Maar mogen we nu concluderen dat de nieuwe vertaling beter is? Wanneer we criteria van zorgvuldigheid en aangepastheid aan modern taalgebruik hanteren, zouden we dat kunnen zeggen. Maar zijn dat afdoende criteria voor een verantwoorde vertaalkritiek? Er zijn immers criteria, argumenten te bedenken die voor de vertaling van Lampo spreken: wie zegt dat Sagan zich bij het citeren van Bergson niet moedwillig vergist heeft? Is het aan de vertaler dat voor de lezer uit te maken? Had de ‘fout’ niet moeten blijven staan? Het geval van de ‘arme kleine Chineesjes’ ligt anders: het is moeilijk om in een over het algemeen erg doeltaalgerichte vertaling als die van Lampo het argument van tekstgetrouwheid aan te voeren. Nogmaals: rechtvaardigen deze verschillen de vertaalkritische uitspraak dat de ene vertaling beter is dan de andere? Zijn niet beide vertalingen in hun algemene tendens doeltaalgerichte vertalingen? Heeft niet alles wat erover opge- | |||||
[pagina 40]
| |||||
merkt wordt iets van vitterij? Ligt het probleem niet dieper en moet het niet in de kern van de vertaalkritiek (een genre waarvan wel vaker te lezen valt dat het nog niet echt bestaat) gezocht worden? Wat kan er met recht en rede over een vertaling gezegd worden? Anders gezegd: wat hadden wij hier nog over beide vertalingen van Bonjour tristesse kunnen zeggen? Hier had een lang verhaal kunnen staan over herdrukken, oplagen en vertaalrechten. We hadden kunnen aanvoeren dat Lampo's Saganvertalingen de uitgeverij Manteau van de financiële ondergang hebben gered. We hadden kunnen aanvoeren dat uit de briefwisseling van Lampo over zijn vertalingen blijkt dat hij voornamelijk commerciële en minder artistieke of filosofische interesses had. We hadden dat eenvoudig kunnen citeren, want dat is allemaal uitvoerig bestudeerd. We hadden ook met de nieuwe vertaalster kunnen gaan spreken, of met haar uitgever, en haar uitvragen over de motieven voor de hervertaling en haar aanpak van de vertaling. Maar hadden we dan in beide gevallen iets over de vertalingen gezegd? Of beter: hadden we dan ‘feitenmateriaal’ in handen gehad op grond waarvan we een verantwoorde vertaalkritische uitspraak hadden kunnen doen?
Wij denken dat een dergelijk verhaal alleen maar een verzameling leuke weetjes had opgeleverd, een verhaal naast en rond de vertaling, maar niet over de vertaling zelf. We zouden hebben meegedaan aan een spreken dat niet over vertaling wil spreken. Een spreken naast de kwestie. Maar wat hebben we dan wel gedaan? We zijn ingegaan op twee punten waar de vertalingen opvielen, of beter waar de ene opviel, en de andere haar corrigeerde en, op zich genomen, op die punten als vertaling verder niet meer opviel. Er was iets mee. We struikelden even. De weg was niet helemaal geëffend. Maar of wij daarmee dan niet naast de kwestie gesproken zouden hebben is helemaal niet zeker. Wat we, pro domo, als uitgangspunt, maar toch als vraag, naar voren willen schuiven is: is het goed om over vertalingen in vertaalkritische zin te beginnen spreken op die punten waar ze opvallen, verrassen, het lezen doen stokken? | |||||
Bibliografie
|
|