apart thuis weer van commentaar, en ondanks de wildgroei van versies, waarvan niet altijd meer te achterhalen viel welke de recentste was, slaagden we er uiteindelijk in de titanische onderneming tot een goed einde te brengen.
Vivant Denon heeft slechts één literair werkje geschreven, maar die poging was dan ook goed raak. Point de lendemain is het (misschien wel autobiografische) verhaal van een jongeman die door de rijpe madame De T*** wordt ontvoerd naar een feeëriek landgoed en daar wordt ingewijd - niet in de lichamelijke liefde, want die kende hij al, maar in de libertijnse principes, die kunnen worden samengevat in één woord: discretie. Het heeft allemaal veel weg van een klucht à la Molière, met madame De T*** als spil in het web. Het landgoed is eigendom van haar echtgenoot, de ontvoerde ik-persoon moet doorgaan voor haar minnaar om de aandacht af te leiden van de echte minnaar, die geheel volgens plan de volgende dag opduikt en door de echtgenoot met open armen wordt ontvangen - zonder te beseffen dat de nep-minnaar, die overigens zijn beste vriend is, voor één nacht een echte minnaar is geworden (en hoe). Vandaar de prachtig dubbelzinnige titel, Point de lendemain: je kunt erin lezen dat het eenmalige avontuur geen vervolg heeft, maar ook dat er geen ‘day after’ is en dat het avontuur eeuwig zal voortduren - in de herinnering, of in de vorm van identieke avonturen. Na rijp beraad hebben wij in het Nederlands gekozen voor Eenmaal, immermeer, een titel die voor de tweede interpretatie kiest, maar waarin de eerste helder doorklinkt omdat vrijwel iedereen aanvankelijk ‘nimmermeer’ in plaats van ‘immermeer’ zal lezen.
De kracht van Point de lendemain ligt niet alleen in het verhaal, maar vooral ook in de manier waarop dat wordt verteld. De jonge protagonist en madame De T*** bedrijven in die ene nacht meermalen de liefde, op verschillende plaatsen: in een tuinhuisje, in een verborgen kamertje van het kasteel... Maar geen enkele keer wordt de liefdesdaad expliciet genoemd of beschreven, en de voornaamste stilistische kwaliteit van de tekst is dan ook de suggestiviteit, die op sublieme wijze wordt verweven met de milde zelfspot van de volwassen man die vertelt hoe hij zijn naïviteit verloor. Juist het uitzonderlijke stilistische raffinement maakt Point de lendemain zo geschikt voor een meermanstreuzelvertaling, want niet alleen weten twee meer dan één, twee samen weten ook meer dan twee alleen: je durft allebei meer risico te nemen, omdat al te dolle voorstellen toch wel door de ander zullen worden verworpen. Veel gewaagde oplossingen hebben het wel gered, en alleen al om die reden zal ik onze vertaling nog vaak herlezen.
Een niet te verwaarlozen aspect van de samenwerking was de enorme pret die we achter de computer geregeld hadden om onze eigen vondsten en die van Vivant. Bijvoorbeeld: ‘Aanvankelijk had ze me haar arm geboden, die zich vervolgens had vastgehaakt, hoe weet ik niet, terwijl de mijne haar optilde, zodat haar voeten de grond haast niet raakten. Het was een aangename maar op den duur vermoeiende houding, en we hadden elkaar nog heel wat te zeggen.’ (Ik herinner me nog hoe Rokus die houding probeerde na te bootsen,