http://zeus.inalf.fr/tlf.htm), alle opeenvolgende versies van de Dictionnaire de l'Académie française, de grote Duden en noem maar op. De toekomstige gebruiker van Tovertaal zal al die modules met flinke korting kunnen aanschaffen, en voor een luttele vierduizend euro heb je dan een behoorlijk compleet instrumentarium in huis, als je je tenminste tot één taalcombinatie beperkt.
Maar die woordenboeken zijn nog maar het begin. Je kunt Tovertaal namelijk ook laten zoeken op internet (met een ingebouwde versie van het befaamde zoekprogramma Copernic) of gebruik laten maken van een zelf ingevoerd tekstcorpus: het volledige werk van Couperus, de verzamelde Queneau-vertalingen van Jan Pieter van der Sterre, alles is mogelijk. Dat kost natuurlijk wel wat tijd, want scannen is bijna net zo vermoeiend als vertalen. In deze eerste aflevering van ‘De vertaalmachine’ zal ik me dan ook beperken tot een eerste verkenning van de primaire vertaalfuncties, die trouwens al verbluffend genoeg zijn.
De eerste zin die ik probeerde, nog altijd sceptisch gestemd, was kinderlijk eenvoudig: ‘Il pleut.’ Tovertaal hoeft er geen seconde over na te denken: ‘Het regent.’ Volgende zin, al heel wat minder eenvoudig (hoewel een stuk kinderlijker), nu maar eens de andere kant op: ‘Ik heet Tovertaal, ik ben een vertaalprogramma.’ Geen enkel probleem: ‘Je m'appelle Tovertaal, je suis un logiciel de traduction.’ Logiciel! Daar zou ik zelf nooit op zijn gekomen. En het ding is blijkbaar geprogrammeerd om eigennamen onvertaald te laten. Hoe dan ook, het resultaat is verbazingwekkend.
Dan maar eens een echte instinker proberen, bijvoorbeeld een zin uit Houellebecqs debuutroman Extension du domaine de la lutte die zowel de Duitse als de Engelse vertaler verkeerd heeft begrepen: ‘La Vendée me rappelait de nombreux souvenirs de vacances (plutôt mauvais du reste, mais c'est toujours ça).’ Leopold Federmair (zou dat een pseudoniem zijn?) vertaalt in Ausweitung der Kampfzone: ‘Die Vendée rief mir zahlreiche Ferienerrinerungen ins Gedächtnis (eher schlechte, aber so ist das immer).’ En zijn Engelse collega Paul Hammond maakt ervan in Whatever: ‘The Vendée brought back lots of holiday memories for me (rather bad ones in fact, but such is life).’ Het gaat om dat laatste stukje, ‘mais c'est toujours ça’. Zelf had ik in De wereld als markt en strijd het volgende: ‘De Vendée riep allerlei vakantieherinnringen bij me op (nogal slechte overigens, maar dat is beter dan niets).’ Inderdaad betekent ‘c'est toujours ça’ (of ‘c'est toujours ça de pris’) niet ‘zo is het altijd’, maar ‘dat is alvast iets’ (cf. Trésor de la langue française, s.v. ‘Cela’, I, C, 8). Wat zou Tovertaal ervan maken? ‘De Vendée riep tal van vakantieherinneringen bij me wakker (vrij slechte overigens, maar dat is beter dan niets).’ Bijna letterlijk hetzelfde! Dat programma is echt een mirakel!
Ook andere valkuilen werden elegant omzeild: de vaak voorkomende misvertaling van ‘autrement’ met ‘anders’ in constructies van het type ‘des âmes autrement trempées que celles des mortels’ (Michel Onfray), waarin ‘autre-