Excelsior. Jaargang 1(1913-1914)– [tijdschrift] Excelsior (1913-1914)– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] Meie-weemoed. Waarom toch, ach, die grauwe lucht, waarom dat lijze-zacht gezucht van groenen boom daarbuiten, wiens zwaar-betraande twijgen zich naar het raam toe-neigen en weenen op de ruiten?.... Waarom toch, ach, 't is lent' nochtans en 'k zie geen gouden zonneglans de velden overschingen. De bloemkens staan te treuren in 't sterven van hun geuren, en 'k hoor geen vogels zingen.... Mijn ziel, mijn ziel, waarom toch, ach, zóó troostloos zijn op Meien-dag?.... Och kom, alleen bij Moeder, in weemoed bidden, droomen, tot hert is vol-gekomen van troost... Is lente zoeter?... R.S. Vorige Volgende