Excelsior. Jaargang 1(1913-1914)– [tijdschrift] Excelsior (1913-1914)– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] Een Zonnedag. Maar ook om dezen dag, Heer! weze U dank gezeid: die koel en zilverwit aan einderblauw geboren deed wolkelooze vreugd over de oneindigheid der landen, en der steden torenschoone, gloren! En mocht - hij was zoo luw en klaar - toen neergevlijd zijn hoofd aan peluw lag van heuveltooiend koren, in looverzang en lof der vooglen één zucht hooren: dat langer niet zijn lach de dingen had verblijd. Doch heeft tot innigst lied het vromer hart gedwongen der menschenkindren vroeg gerezen in zijn schijn; Ze voelden zich in 't licht der open heemlen rein, hun oogen blonken milder en hun woorden zongen; Nu staren ze, aangeleund ten gevel hunner woon, in 't rustig avondrood, en droomen 't leven schóón. Mei 1914. P. Hilarion Thans, O.F.M. Vorige Volgende