Boekbespreking.
‘Uit Donkere Dagen’ door Berto Van Kalderkerke (bij Juul Van Lantschoot-Moens, Dendermonde 1913).
Met dezen eersteling heeft de jonge Berto Van Kalderkerke (Dr Alb. Van Driessche van Grembergen) zijne intrede in onzen letterwereld gedaan als een schrijver van groote verdiensten.
Bij het verschijnen van dit boek hebben vele bekende critici, zoo in Noord als in Zuid, eenen fermen snok aan 't klokzeel gegeven, en dat gebeurt niet met alle eerstelingen.
De letterkundige waarde van dezen novellen-bundel stijgt inderdaad ver boven een alledaagsch peil. Daar is een schrijver aan het woord die kloek aan zijn eigen spoor gaat, zonder lawaai, zonder groot-doen, doch met eenen kunsternst en eene kunstvaardigheid die genegen bewondering afdwingen.
Wij moeten nochtans bekennen dat, toen we de drie bladzijden van het voorwoord opensloegen en die inleidende verzen gelezen hadden, ons daar een muffe lucht van litterair mysticisme kwam toegewaaid die ons in geene gunstige stemming bracht voor het overige.
Doch, van zoohaast we verdiept zaten in de lezing van al die forsch-gespierde verhalen ‘De Stam’, ‘Driehonderd en zes’, ‘Een tragedie van de Schelde’ e.a. die als welige, stoere eiken van zeggingskracht voor onze verbeelding oprezen, verdampte die eerste indruk algauw gelijk morgennevel voor 't schitterend zonne-geweld.
Al deze novellen zijn zuiver artistiek werk, zonder peutering of gezochtheid, maar van energieke soberheid. Sommige gedeelten deden ons denken aan die bladzijden van Flaubert of de Maupassant, zoo raak-gezien en in zoo streng-objectieve kleur geborsteld.
Doch, Berto Van Kalderkerke doet hier zich niet alleen gelden als een prozaïst met kruim in zijn pen, en met scherp-schilderend woord: hij geeft ook blijken van groote ervarenheid om de zielkundige lijn van een verhaal te bouwen. Aldus is ‘De Stam’ terecht een meesterlijke brok.
Wat nu betreft, hetgeen ik noemen zou de mentaliteit dier novellen, daar gaat van allen uit een diep gevoel van zwaarmoedigheid en levenspessimisme. Met reden doet de criticus Joris Eeckhout hier opmerken, dat de schrijver tot motto van zijn werk had kunnen kiezen dit bekende vers van Henri de Régnier: ‘L'ombre des cyprès noirs s'allonge sur les roses...’
Wondermooi en bekorend zal dit boek wezen voor al dezen, die niet bang zijn den vollen weemoedslast van het diepe leven in hun ziel te torsen.