Excelsior. Jaargang 1
(1913-1914)– [tijdschrift] Excelsior (1913-1914)– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| |
't Geweld van lijden gaat, o Lijdensvorst!
Als vuur, als vúúr! door al uw leên geslopen.
Met korte snikjes snakt uw mond, half-open,
Naar versche lucht voor schorre en dorre borst.
Toch smeekt ge slechts, - o! nu begrijp ik beter
Hoe 't in uw harte schroeien moet, veel heeter! -
Om eenen koelen dronk aan zielen-wijn.
Stervende Christus! om uw dorst te drenken
Wilde ik, ten bodem toe, mijn ziel u schenken,
- Was zij zoo troebel niet en vol venijn.
P. Valerius Mahy, O.F.M.
|
|