Excelsior. Jaargang 1(1913-1914)– [tijdschrift] Excelsior (1913-1914)– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Ad Te Suspiramus... Kom, nog dezen avond, Kom, ik ben alleen. Wolken, wind-gehavend Drijven vóór den hemel heen. Sterren turen hoog en Goud uit wolkenreet; Een lach uwer oogen Stilde wel dit vreemde leed. Dagen zijn me nachten Sinds ge zijt gegaan, Kom, daar ik u wachte in Weifelschijn der halve maan. Langs de bleeke paden Die haar licht u baant, Dale in blanke waden Neer, uw waze lichtgedaant'! Boomen houden twijgen Op mijn hoofd gebreid; Laat uw handen zijgen Kruiswijs als wie benedijdt. Stilte op alle daken, Stad in donkre rust; Moeder! ik blijf waken Tot uw troost mijn oogen kust! P. Hilarion Thans. O.F.M. Vorige Volgende