Excelsior. Jaargang 1

[p. *14]

Bijvoegsel aan het Decembernummer 1913 van ‘EXCELSIOR’.

woorden van	muziek van
Aug. CUPPENS.	Lod. de VOCHT.

Kerstlied.

[p. *15]

Kerstlied.
(Voor Kinderen).

't Is een kinderlied, omdat deze driemaal heilige Blijdag met kinderlijk gemoed en kinderlijken eenvoud zou moeten gevierd worden.
Wat een geluk voor ons allen, ons nog eens kind te kennen, en met liefdevolle verrukking te mogen wijzen op het goddelijk Wichtje, dat daar voor ons in de kribbe ligt.

Daar ligt in de krib - be lief Je - zu - ke zoet
het Lam - me - ke Gods dat ons zon - de - kes boet!
Het komt uit den He - mel waar de en - gel - tjes zijn
om ons te ver - los - sen van de eeu- wi - ge pijn,
om ons te ver - los - sen van de eeu- wi - ge pijn,

O! ziet toch hoe schoon het in 't krib - be - ke ligt,
hoe 't lacht op ons al - len met stra-lend ge - zicht;
hoe 't reikt met zijn arm - kes als of het ons zei:
‘Ik zie U zoo geer- ne! Komt al - len bij mij!
Ik zie U zoo geer-ne! komt al - len bij mij!’

Wij ko-men! Wij ko-men! O Je - zu - ke zoet!
Bij U is het schoon en bij U is het goed!
Wij ge - ven U al - les 't zij groot of 't zij klein;
wij wil - len voor eeu - wig uw vrien-de - kes zijn!
Wij wil - len voor eeu - wig uw vrien - de - kes zijn!

[p. *16]