LUCAS HÜSGEN (1960) schrijft en vertaalt. Laatste publicaties zijn Vederbeds Lumière (poëzie, 2009), Nazi te Venlo (essays, 2011, J. Greshoff-prijs 2012), De windbel (roman, 2012).
ATTE JONGSTRA (1956) is schrijver, dichter en essayist. Bekende titels uit zijn oeuvre zijn Groente (roman, 1991), Het huis M. (roman, 1993), De tegenhanger (roman, 2003), De avonturen van Henry II Fix (roman, 2007), Klinkende ikken (Privé-domein nr. 266, 2008), De heldeninspecteur (roman, 2010) en Kristalman. Multatuli-oefeningen (2012). Jongstra is vast medewerker van NRC Handelsblad, kernredacteur van DW B en momenteel gastcurator bij Rijksmuseum Twenthe te Enschede.
STAN LAFLEUR (1968) werd geboren in Karlsruhe en woont nu in Keulen. Hij publiceerde tot nu toe veertien titels (poëzie en kort proza). Daarnaast schreef hij ook hoorspelen (voor WDR en ORF) en toneelteksten.
Werk van hem werd gepubliceerd in talrijke anthologieën, tijdschriften, dagbladen en op het internet en hij was te horen op tv en radio. Zijn gedichten werden in twaalf talen vertaald. Met zijn Rheinsein-Projekt doet hij sinds 2009 onderzoek naar de cultuurgeschiedenis van het Rijnland en brengt de resultaten samen op http://rheinsein.de.
JOEP LEERSSEN (1955) studeerde Vergelijkende literatuur en Engels aan de Universiteit van Aken en Anglo-Irisch Studies aan het University College te Dublin. Hij promoveerde aan de Universiteit van Utrecht. Sinds 1991 is hij hoogleraar Moderne Europese Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Van 1995 tot 2006 was hij directeur van het Huizinga Instituut en in 2003 was hij gasthoogleraar aan de Harvard University. In 2008 ontving hij de Spinozapremie, in 2009 werd hij lid van de Royal Irish Academy en in 2010 werd hij door de KNAW benoemd tot Academiehoogleraar.
JAN VAN MERSBERGEN (1971) schreef zes romans, publiceerde verhalen in diverse tijdschriften en schrijft columns en artikelen voor kranten en weekbladen. Hij werd vertaald in het Duits, Frans en Engels.
BART MEULEMAN (1965) is theatermaker, schrijver en dichter. Hij publiceerde de dichtbundels Hulp (2004) en Omdat ik ziek werd (2008) en een reeks essays over popmuziek, De donkere kant van de zon (2009). Als theatermaker is hij verbonden aan Toneelhuis (Antwerpen). Recente voorstellingen zijn ‘Gregoria’ (2011) en ‘De man in de mist’ (2012), beide gebaseerd op het werk van Maurice Gilliams, en ‘Half elf zomernacht’ (2012), naar de gelijknamige roman van Marguerite Duras. In 2010 schreef en regisseerde hij samen met Herwig Ilegems de tv-reeks ‘Duts’ voor Canvas.
LILITH RONNER VAN HOOIJDONK werd op 1 mei 2010, dag van de arbeid, opgericht door Lilith van Assem (Alkmaar, 1980), Lieke van Hooijdonk (Breda, 1979) en Elsbeth Ronner (Oostzaan, 1984). De studie naar het begrip metamorfose vormt de grondlegging voor een poëtische architectuurbenadering. Hun werk concentreert zich op architectonische projecten in de publieke ruimte, en op de schaal van het gebouw. De projecten zijn tijdelijk of permanent, en worden zelf geïnitieerd of komen voort uit een opdracht.
SVEN VITSE (1981) studeerde Germaanse talen en promoveerde in 2008 aan de Vrije Universiteit Brussel op een proefschrift getiteld Een woestijn die de stad verpulvert. Marxisme, kritiek en representatie in poststructuralisme, Ander Proza en postmodern proza. Momenteel werkt hij als docent aan de Universiteit Utrecht. Oktober 2010 verscheen zijn essaybundel Tekstbestanden bij uitgeverij het balanseer.
MARIEKE WINKLER (1983) is als docent en promovenda verbonden aan de afdeling Nederlandse Taal en Cultuur van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij werkt aan een proefschrift over het onderscheid tussen literatuurkritiek en literatuurwetenschap in de Nederlandse letteren sinds 1880. Daarnaast doceert zij moderne Nederlandse literatuurgeschiedenis bij de opleiding ‘Creative