Das Magazin
lente 2013
Wie het literaire tijdschrift Liter ter hand neemt, loopt het risico op een ernstige, welhaast filosofische gedachte. De lezer die dat risico wenst te minimaliseren kan ik van harte Das Magazin aanbevelen. Het blad is knap vormgegeven en de ‘hoofdstukken’ waarin het is ingedeeld hebben vrolijke (onder)titels - zo heten de vaste rubrieken ‘Recidieven. Dat wat zich niet laat uitroeien’, en losse inzendingen ‘Dat wat we een beetje op zijn beloop hebben gelaten’ - maar wat de inzet van een en ander is, is me na lectuur van kaft tot kaft niet helemaal duidelijk geworden.
Het nummer opent nochtans sterk: de rubriek ‘Literair wereldnieuws’, met korte, interessante berichten van literaire correspondenten in het buitenland, is meteen het hoogtepunt van deze aflevering. Ik leer iets bij over het van oorsprong Ugandese literaire tijdschrift Transition, en dat is fijn. De volgende rubriek, ‘Het werkkabinet’, neemt de nieuwsgierige lezer mee naar ‘de stilste straat van Amsterdam’, alwaar een schrijver resideert die volgens de interviewer ‘niets benoemt’. Want: ‘Zodra iets expliciet wordt, verdwijnt het.’ Ik heb het over Jan van Mersbergen, een auteur in wiens nieuwe roman ‘elke alinea’ zonder meer ‘een prozagedicht’ wordt. Wie verlost ons van de holle woorden?
Het thematische gedeelte van dit nummer, ‘Het sterfbed’, opent met een reeks prozafragmenten waarin auteurs ‘hun grootste doodsangst’ beschrijven. Het koddige is dat de namen van de auteurs weliswaar genoemd worden, maar niet aan een verhaal gekoppeld. Een listige truc om de inwisselbaarheid van nogal wat stukken voor het voetlicht te brengen? In drie bijdragen staat de spanning