Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 157(2012)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 526] [p. 526] Verzwegen woorden Anneke Brassinga Achter de lippen verdringen zich theelichtjes en prikkeldraad. Geen woord kan erdoor, dorst versteent tot plak. En ook mijne knieën zijn woordeloos, heb ik beseft terwijl ik over het lege strand tegen de wind in liep. Knieën die evenmin als de zee weet hebben van taal. Ik denk dat het lichaam de taal heeft teruggetrokken tot aan de stijgbeugel diep in het oor. Van daaruit komt dit galmen, kabbelen van volzinnen bij voorbaat voorzien van leestekens als gaan ze uitvliegen vanachter de oogleden. Als ik eindelijk doof zal zijn wordt het vermoedelijk stil want ook mijn ruggenmerg hoeft niets te beredeneren tegenover de organen en het weefsel - weliswaar dient het laatste, vooral in het bovenlichaam, de voortplanting van trillingen bij het zingen en spreken, echter evenwel van semantische lading is daarbij geen sprake, geen. (punt) De woorden in het hoofd, achter hamer en aambeeld, zijn uitsluitend uitgevonden, verwekt, door de noodzaak die een mens schijnt te voelen, onwillekeurig, om zijn liefste af te bakenen van zichzelf. Wie van niets of niemand houdt heeft dan ook zelden wat te zeggen, binnen of buiten de schedel. Maar de knie, de lies, de navel, de borst, de schoudervleugels, die zijn van allen gelijk en beminnelijk, in aanleg. De werkelijkheid haalt het daar niet bij en is drastisch anders. Het is van levensbelang te blijven houden van. Dus het is van levensbelang woorden te denken, tussen de haakjes van de oren. [pagina 527] [p. 527] Evenzo: voorhoofdsrimpels zijn volgeschreven met onleesbare liefdesbeden. februari 2011 Vorige Volgende