Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 155

[p. 492]

Medewerkers

ARNOUD VAN ADRICHEM (1978) is dichter, hoofdredacteur van Parmentier en lid van de redactieraad van DW B. In 2008 debuteerde hij met de dichtbundel Vis (nominatie C. Buddingh'-prijs; Hugues C. Pernathprijs 2009; Charlotte Köhler Stipendium 2009). Daarnaast is hij medeoprichter en redacteur van het platform voor literaire kritiek De Reactor. Eveneens in 2008 verscheen bij uitgeverij DRUKsel zijn tweede poëziebundel, Buiten. Samen met Jan Lauwereyns schrijft hij aan de essaybundel Stemvork, en in coöperatie met Han van der Vegt vertaalt hij het poëzieboek The Age of Huts (compleat) van Ron Silliman.

PATRICK BASSANT (1977) studeerde Nederlands in Amsterdam en Leuven. In 2000 debuteerde hij met een verhaal in DW B. Hij publiceerde daarna in De Gids, De Revisor, Tirade en nY. Dit jaar is hij writer in residence van DW B, waar hij ook in de kernredactie zit. Daarnaast is hij redacteur van De Reactor (www.dereactor.org). Joy wordt zijn debuutroman.

HANS BOGAERT (1987) studeerde Nederlands en theater-, film- en literatuurwetenschappen aan de Universiteit Antwerpen en de Freie Universität Berlin. Hij behaalde een MA in de literatuur van de moderniteit met een eindverhandeling getiteld Een fantast met een methode. Ontheemding, verbeelding en werkelijkheid in het proza van Tomas Lieske. Momenteel volgt hij een mastersopleiding cultuurmanagement.

HANS COTTYN (1972) studeerde geschiedenis (Universiteit Gent) en literatuurwetenschappen (interuniversitair). Sinds 1997 werkt hij als redacteur bij verschillende Vlaamse uitgeverijen. Hij hield een boekenrubriek bij voor Teek en de Clickx-portaalsite, en voor de krant De Tijd schreef hij (literaire) reisreportages. Hij publiceerde in Nieuw Wereldtijdschrift, Deus ex Machina en De Leeswolf over literatuur en geschiedenis. Sinds februari 2007 is hij medewerker van de literaire nieuwssite De papieren man (www.depapierenman.be).

JEROEN DERA (1986) volgt de onderzoeksmaster Letterkunde & Literatuurwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen, met als specialisatie moderne Nederlandse letterkunde. Hij is hoofdredacteur van Vooys, poëzieredacteur bij Meander en publiceerde in onder meer Frame, Met Andere Zinnen en Ons Erfdeel.

ARJEN DUINKER (1956) publiceerde een roman en twaalf dichtbundels. Bundels in vertaling verschenen in Italië, Frankrijk, Engeland, Portugal, Australië, Iran en Rusland. Hij kreeg in 2001 de Jan Campertprijs voor De geschiedenis van een opsomming en in 2005 de VSB Poëzieprijs voor De zon en de wereld. Zijn recentste bundels zijn En dat? Oneindig (met de Franse dichteres Karine Martel - Querido, 2006), Starfish - Quartet for two voices (PK, 2007) en Buurtkinderen (Querido, 2009). Samen met glasblazer Bernard Heesen publiceerde hij twee delen van het ‘encyclopaedisch woordenboek’ De wereld van de glasblazer.

A.F.Th. VAN DER HEIJDEN (1951) debuteerde in 1978 met de verhalenbundel Een gondel in de Herengracht. Rond dezelfde tijd begon hij te werken aan de romancyclus De tandeloze tijd, die in 1996 voorlopig werd afgerond. In 2003 verscheen De Movo Tapes, de grote proloog bij een nieuwe romancyclus Homo Duplex, waarvan ook Het schervengericht (2007) deel uitmaakt. Momenteel werkt Van der Heijden om en om aan een historische roman, De ochtendgave (te verschijnen in 2011), en een contemporaine roman, Kwaadschiks, die in het najaar van 2010 het licht zal zien.

[p. 493]

LUCAS HIRSCH (1975) debuteerde in 2006 als dichter met familie gebiedt (De Arbeiderspers). Zijn tweede bundel, tastzin, verscheen in 2009. Op dit moment werkt hij aan een derde bundel, die de titel Freak Show zal dragen. Zijn gedichten verschenen in een groot aantal Nederlandse en Vlaamse tijdschriften. Lucas Hirsch is oprichter van de Stichting Kleine Revolutie Producties (Literaire producties), en stond zelf al op podia in Nederland, Vlaanderen en de VS. Hij Iaat zich graag beïnvloeden door onder anderen Nelson Algren, Haruki Murakami, The National, The Gaslight Anthem, The Ramones, John Coltrane, Sirkka Turkka, Alfred Schaffer en Erik Jan Harmens.

INGRID HOOGERVORST (1952) is schrijfster en recensente. Ze publiceerde de romans Woede (2003), Spiegels (2005) en Polsslag (2009), schreef verhalen voor De Gids, De Revisor en Armada, maakte de bundel Vreemdeling in eigen landschap, over de schrijver als buitenstaander (2000), en schreef essays over vrouwen, literatuur & aanverwante zaken in onder andere Trouw, Letter & Geest en HP/De Tijd. Hoogervorst verzorgt de boekenrubriek in de Tros Nieuwsshow op Radio 1 en is als docent Creatief schrijven (proza en essay) verbonden aan de Schrijversvakschool Amsterdam. Volgend jaar verschijnt bij De Bezige Bij haar vierde roman Moederroes.

LUCAS HÜSGEN (1960) is schrijver, dichter en vertaler. Zijn meest recente publicaties zijn de essaybundel Wat een romantische droom (2007), de roman Plooierijen van geschik (2007) en de poëziebundel Vederbeds Lumière (2009).

ERWIN JANS (1963) studeerde Germaanse filologie en Theaterwetenschap aan de K.U. Leuven. Hij werkte als dramaturg bij de KVS (Brussel) en het Ro Theater (Rotterdam). Op dit ogenblik is hij dramaturg bij het Toneelhuis (Antwerpen). Jans doceert over theater en drama aan de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Erasmushogeschool Brussel. Hij was redacteur van het tijdschrift freespace Nieuwzuid, en publiceert in onder andere Eutopia, Etcetera, Rekto: Verso en nY over theater, literatuur en cultuur. In 2006 verscheen zijn essay Interculturele intoxicaties. Over kunst, cultuur en verschil (EPO). Samen met Dirk van Bastelaere en Patrick Peeters maakte hij de poëziebloemlezing Hotel New Flandres. 60 jaar Vlaamse poëzie 1945-2005 (Poëziecentrum, 2008). Met Eric Clemens schreef hij het Passa Porta-cahier De democratie onder vragen (Uitgeverij Vrijdag, 2010), dat ook in het Frans verscheen.

ATTE JONGSTRA (1956) is schrijver, dichter en essayist. Bekende titels uit zijn oeuvre zijn Groente (roman, 1991), Het huis M. (roman, 1993), De tak van Salzburg (essay, 2001), De tegenhanger (roman, 2003), De avonturen van Henry II Fix (roman, 2007), Klinkende ikken (Privé-domein, 2008) en De heldeninspecteur (roman, 2010). Jongstra is vast medewerker van NRC Handelsblad en lid van de redactieraad van DW B.

ASTRID LAMPE (1955) debuteerde in 1997 als dichter met Rib. Ze publiceerde vijf bundels bij Querido. De sok weer aan (2000) en De memen van Lara (2002) werden beide genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. Voor Spuit je Ralkleur (2005) ontving ze de Ida Gerhardt Poëzieprijs en de Schrijversprijs der Brabantse letteren. Meest recent verscheen Park Slope/K'nex studies (2008). In augustus 2010 verschijnt haar zesde bundel, Lil (zucht). Meer informatie: www.astridlampe.nl.

DIRK LEYMAN (1965) studeerde politicologie en literatuur- en theaterwetenschappen aan de Universiteit Gent. Hij is boekenredacteur bij De Morgen en recenseert er onder meer Nederlandse en Franse literatuur. Leyman was samensteller en coauteur van de literaire stedenboeken Gent, de dubbelzinnige (2000) en Nice, muze van azuur (2004), uitgegeven bij Bas Lubberhuizen. Hij publiceerde in talloze literaire tijdschriften en was acht jaar redacteur van het tijdschrift Deus ex Machina. Momenteel behoort hij tot de kernredactie van DW B. In september 2006 startte hij met zijn literaire nieuwssite De papieren man (www.depapierenman.be), die samenwerkt met NRC Boeken en in 2009 de

[p. 494]

Dutch Bloggie ontving als ‘beste literatuurweblog’. Voor uitgeverij Voetnoot verzorgt hij de redactionele leiding over de Belgicareeks. Leyman werkt aan een literair non-fictieboek dat in 2011 bij De Arbeiderspers zal verschijnen.

DIRK DE SCHUTTER (1954) is literatuurwetenschapper en filosoof. Hij publiceert over negentiende- en twintigste-eeuwse literatuur en filosofie. Zijn jongste publicatie is Sporen van geloof (Klement, 2010).

SVEN VTTSE (1981) studeerde Germaanse talen en promoveerde in 2008 aan de Vrije Universiteit Brussel op een proefschrift getiteld Een woestijn die de stad verpulvert. Marxisme, kritiek en representatie in poststructuralisme, Ander Proza en postmodern proza. Momenteel werkt hij als juniordocent aan de Universiteit Utrecht. Dit jaar verschijnt zijn essaybundel Tekstbestanden bij uitgeverij het balanseer.

TOM VAN DE VOORDE (1974) was in een ander leven wellicht architect, cartograaf, muzikant of tuinman geworden. Maar via een omweg langs de plastische kunsten, kwam hij bij de poëzie terecht. Een tijdlang was hij redacteur van Yang en besprak hij dichtbundels voor De Financieel-Economische Tijd. Hij schreef over Californië, Arcadia, de Eeuwige Jeugd en Madonna, in tijdschriften als Parmentier, Revolver, Rekto:Verso en Tirade. Daarnaast vertaalde hij Amerikaanse dichters als Wallace Stevens en Michael Palmer. Met Vliesgevels filter (Poëziecentrum, 2008) debuteerde hij als dichter.

DIRK VAN WEELDEN (1957) studeerde filosofie en debuteerde samen met Martin Bril in 1987 met Arbeidsvitaminen, het ABC van Bril & Van Weelden. In de jaren erna publiceerde hij de romans Tegenwoordigbeid van geest (1989), Mobilhome (1991), Oase (1994), Orville (1997), Looptijd (2003) en Het Middel (2007). Titels van bundels met essays en verhalen zijn: Van hier naar hier (1999), Tempo (2007) en Straatsofa (2005). Recentelijk verschenen van hem het historische essay De Wereld van 609 (2008), het pamflet Literair overleven (2008) en het literaire logboek Een maand in Manhattan (2009). Voor Mobilhome ontving hij de Multatuliprijs, in 1999 werd hem de Frans Kellendonkprijs toegekend voor zijn oeuvre tot dan toe. Hij is sinds 1999 redacteur van De Gids, en is medeoprichter van de NAP, oftewel de Nederlandse Academie voor ‘Patafysica: de Bâtafysica.