Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 155(2010)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 161] [p. 161] Anneke Brassinga Oud nieuws I Wie kan doen wijken van om onze knieën het moederziele zelfs in gewoel? De een houdt van oesters, de ander van ananas. Geluk is een met zorg doodgeslagen vaars, gistend karkas op een veilige plaats, vol tierige bijen. Het zoet stroomt in de mond. ‘Wij voelen ons zoo wel eens nog al eenig,’ zegt woorden verscheurende Vincent, ‘de treurwilligen wenken langs de waterkant en soms de zon daarachter in de mist rood opkomende te zien is’ - ook dan bloedt 't in schoenen zinkend hart want wie kan doen wijken het gescheidene? Vermenigvuldigen alleen doen wij samen, de tafels welluidend in koor. Knie van luisteren het zeepaardje dat in alle zwakte blindelings beseft hoe 't spartelen moet om mee te tellen straks als eenvoud even gloren mag. [pagina 162] [p. 162] II Heeft de regen een vader? Ik leg mijn hand op mijn mond, laag bij de weg gezonken. Jaren als kaperschepen zijnde voorbijgevaren, blijft men sukkelen met perspectief, krijgt geen sjoege van de wegingen der dikke wolken. Mijn jas en splitrok zullen gruwen van mij - een wederzijdse onterving. Vooruitscharrelen is wat men moet zoeken te doen, nu, nu afgrond tot de afgrond roept: breek waar daverend water stort, eet tranen voor brood, reik als het hert naar de stroom. Ik, nu eenmaal geen beroeps, in 't slop deswege ben zitten gegaan bij maanloze nacht, het lichaam dicht en zwaar. Als u wegkeek, ja dan had u begeerte - begreep ik te laat. [pagina 163] [p. 163] III Zal de eenhoorn u willen dienen? Zal de wonder- dokter u willen doden? De stem in de storm zegt dat de pracht van zijn gesnuif verschrikking is en zelfs droefheid doet opspringen van vreugd. Zoals de moerbeitoppen kreunen, zwerfkat grimmig zich wegscheert door gehavend gras, de mieren uit hun wandel worden gerukt - niemand weet voor welk van al het lijden het eerst en dringendst moet gebeden, gesmeekt. De vrucht van zijn schoonheid een verblinding zegt de stem en hij stormt aan om ons te doden opdat wij onverwoestbaar zijn. Vorige Volgende