Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 153(2008)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Eva Gerlach Gedichten Aas Hij legt de hengels (pen en afstands) in de hengelhouder en hij zet zijn koffertjes vast op de stoep en hij pakt zijn laarzen (hij pakt ook de koffertjes op). Op de buitenweg vult stroom de Morris, kijkt hij in de spiegel rommelt Pa in zijn oogwal, springt Ma vlot uit zijn iris buitengaats maar dood is dood. Als hij is waar hij moet zijn, zal hij zo gaan zitten als hij wil. Hij gooit en sleept, niemand vangen, zon in hem gerust, hij gaat karpers leggen op het water, kroos en riet. [pagina 6] [p. 6] Ver- Ik kijk naar het oppervlak. De barst is voorzichtig, ‘ben er niet sorry andere afspraak ver plaatst vermist verongelukt verruild’, nooit geeft de barst toe. Zal noch was en aan de rand van mijn vergissing zit niet de voorzichtige rafel en het patroon hengelt een roos uit blad. Alles is heel. [pagina 7] [p. 7] Niet Het gemiste scherp gelijnd en vast aan een touw dat het niet wegvaart zie je (hoe het ligt daar) maar je komt daar niet. Alles dubbel, niet wat wat de vraag maar waar beginnen en het dragen van wat je kiest, te licht voor hersens, voor zinnen niet ontworpen (het gemiste is wat meewil laag voor laag), voor boot te zwaar. [pagina 8] [p. 8] Slootsbergen 1 In de nacht begint een kraan zomaar te lopen. Onder de vloer knaagt de steenmarter, morgen zal van de isolatie weinig over zijn. Rusteloos ligt de grond, flink ondermijnd door zaad, op zijn plek, die Je bent, waaruit Je opstaat bij vlagen en Je laat gaan: lichtgevend water, flagstones en andere windselen breekt, het huis in Je armen neemt, het omhelst tot het kraakt. [pagina 9] [p. 9] 2 In het huis woont de god als vanzelf sprekend in de kleine bekers zonder glazuur en de draak jaagt op licht boven aan de deurpost; zo beweeglijk vastgebonden dat ziel voor de hand ligt. Maar om wat zich niet toont wordt niet gegeven en het is niet de stem van de ziel die hier de woorden door het filter voert met geen ander doel dan ze te drinken. [pagina 10] [p. 10] 3 Ze hield van hem, je zag het aan hoe ze haar handen over zijn armen bewoog. Stonden elkaar in dun bos vast te houden. Kwam de egel, keerde elk blad, niets bleef zoals het was terwijl die twee opkeken, naar ons knikten alsof altijd al, alsof wij het waren. Vorige Volgende