[2008/1]
Beste lezers,
Waarom heet een nummer dat eerst de titel Dichtende dictators en rijmende rabauwen kreeg, nu Diclit. Van Nero tot Mao?
Omdat ‘diclit’ meer dan één betekenis heeft. Googel maar even.
DW B heeft de laatste jaren volop mee vorm gegeven aan de paradigmawissel van ‘esthetisch’ naar ‘ethisch’ postmodernisme met afleveringen zoals Het gerucht Brussel, Poëzie over de waarheid. De waarheid over poëzie, Het lied & De wetten en Irony and Beyond. In de loop van dit jaar maken we een heus nummer over engagement. We trekken ten strijde, maar vestigen meteen de aandacht op het geroep achter vaandels, poëtica's en ideologieën, waar we dus vragen bij hebben.
Zo blijft DW B... DW B, en wordt het bijvoorbeeld niet Yang, dat zeer lezenswaardige blad, dat me qua stelligheid van visie en toon vaak aan de tijd van de ‘materialistische literatuurstudie’ van de Frankfurter Schule doet denken, met als hoogtepunt de bloemlezing van J.F. Vogelaar, Kunst als kritiek van... 1972. Maar ik zou Yang niet willen missen.
Om deze aflevering van DW B voor te stellen, citeer ik uit de brief van samenstellers Jos Joosten en Jan de Roder aan de auteurs:
‘Weinigen zullen weten dat de terechtstelling van Saddam Hoessein niet alleen de dood van een dictator betekende, maar ook het einde van een amateurliterator. Zou er ooit van zijn poëzie een dichtbundel worden samengesteld? In elk geval is Hoessein vermoedelijk de enige dictator geweest die een boek heeft verboden dat hij zelf heeft geschreven: het bevatte antireligieuze ideeën die niet meer pasten in zijn politiek. De ene schurk is de andere niet, maar kijken we verder naar de categorie plegers van misdaden tegen de menselijkheid, dan is Radovan Karadžić een niet minder interessante casus. Niet alleen wordt zijn poëzie gepubliceerd en bovendien vertaald, hij plaatst zichzelf nadrukkelijk in de traditie van de Servisch-nationalistische dichter-soldaat.