Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 151
(2006)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 970]
| |
[pagina 971]
| |
[pagina 972]
| |
[pagina 973]
| |
Ip>We zijn te ver gegaan, het gelazer begon
zodra we de grens over glipten. Eindeloze onverlichte streken,
overvolle avondmarkten, straatkinderen aan de drank.
Pure routine, edelachtbare. ‘Zouden ze voor altijd bij elkaar blijven?’
Een genot ons aan het werk te zien, deel van de clan,
iedere minuut meer dode cellen, meer haarverlies,
een gezonde stoelgang tegen een achtergrond naar keuze.
Niemand hier was rijk, niemand hier liep naast zijn schoenen.
We stapelen en zwegen.
tot we er moe van waren, zoals het hoort,
tot men ons in de gaten kreeg. Wie denk je dat je bent?
Ons kostuum heeft ons verraden en dan is het uit
met de pret, laarzen dreunen door de straten, we zetten een keel op.
We waren juist zo lekker aan het spelen.
Er is op een verlossend woord gewacht:
zou je blijven, of ons in verwarring achterlaten?
De modder zuigt, je blaat en bloost; ons antwoord herhalen
voegt niets toe aan de bestaande kennis.
Nu jij weer. Uitgehuild? Dan graag hier je handtekening.
Dit eerste gedicht uit de afdeling ‘Wakker’ verscheen eerder in de bundel Schuim |
|