Leo Pleysier
Korte toelichting
Schrijven en schrappen en herschrijven tot in het oneindige, tien versies van dezelfde pagina, en die versies verschillen dan amper van elkaar, zo blijkt achteraf, punten, komma's, dubbelepunten, alleen de voorlaatste zin heb ik omgegooid, en dikwijls kom ik daarna gewoon toch weer uit op mijn oorspronkelijke versie, maar de kwaliteit van de pagina die ik vandaag schrijf hangt ook af van het niveau dat ik haalde bij de pagina die ik gisteren afwerkte, en zo heb ik alles misschien wel honderd keer gelezen en herlezen, dat gaat niet vooruit zegt Leen tegen mij, en ze heeft nog gelijk ook, want dat perfectioneren tot in het oneindige - een volle week werken aan een halve pagina is niet uitzonderlijk - ik krijg het er soms ook zélf van op mijn zenuwen, en ik ben daar niet fier op, allesbehalve, en ik vind ook dat ik daarmee niet te koop moet lopen, met die tergende traagheid bedoel ik, met dat gepriegel, het is niks om over op te scheppen, integendeel, daar schaam ik me bij momenten zelfs voor, kantklossen, figuurzagen, goed dat ze 't niet zien, maar ik kan niet anders, denk ik toch, en tenslotte telt alleen het eindresultaat, voilà de tekst is af, het werk zit erop, ziehier de tekst waarmee ik naar buiten kom, glorieus, content, kijk nu maar eens, neem en eet, en vanaf dat moment is al het voorgaande van geen tel meer, tenminste, van geen tel meer voor de lezer, en zélf blijf ik dan helemaal uitgeteld achter want al dat gepriegel is me niet in mijn koude kleren gaan zitten, allerminst, maar de lezer, nee, ik geloof niet dat ik hem of haar nog moet lastigvallen met mijn getob, vooraf niet en achteraf ook niet, het zal hem worst wezen.