kikker leeft in het water, een vogel lijkt op een paard, en met de pijlen geven ze al hun kracht af. Dit was de mening van Darius. Maar Gobyras ging daar niet mee akkoord. Hij vermoedde dat de geschenken het volgende beduidden: ‘Tenzij Gij, O Perzen, zoals vogels wordt en het luchtruim kiest, of U zoals muizen onder de aarde verstopt, of als kikkers in de vijvers springt, zult Gij nooit meer naar huis terugkeren, maar getroffen worden door deze pijlen.’
Zo werd er lange tijd gecommuniceerd onder diplomaten. Niet met geschreven missives of e-mails, maar met voorwerpen. En zoals u ziet ging het toen ook al over oorlog.
Dan volgt een keerpunt. Ongeveer zesduizend jaar geleden gaat een klein groepje mensen eerst pictogrammen gebruiken en vervolgens een bijzondere reeks van tekens die hun toelaten ideeën op te slaan. Het moet een duizelingwekkende ontdekking geweest zijn. Ineens ging iemand beseffen dat men in steen of wastabletten tekens kon achterlaten die niet alleen een gedachte konden vasthouden, maar ze ook konden doorgeven: aan tijdgenoten en zelfs aan latere mensen.
Geschriften zijn tekens die door de tijd reizen. Ze wortelen in een verleden en ze springen in de toekomst.
Dit bleef niet zonder gevolgen voor het beeld dat de mens van zichzelf had. Doordat hij zijn gedachten kon bewaren en die van zijn voorgangers lezen, ging de mens zijn eigen tijdelijkheid inzien. Dat was niet prettig. Je ging een verleden meesleuren en beseffen dat er niks nieuws onder de zon was. Maar, en dat was het positieve, je kon ook voortbouwen op de kennis van vroeger.
Hoe formidabel die ontdekking was, blijkt uit het feit dat aan het schrift van in den beginne een religieuze oorsprong werd toebedeeld. Schrijven was een goddelijke bezigheid.
In het oude Egypte bijvoorbeeld was Thoth zowel de schrijver onder de goden als de meester van de menselijke wederwaardigheden. Die werden opgetekend met de ‘stilus van het Lot’. Een stilus is een schrijfpriem om mee in was te schrijven.
Ook in de joodse traditie is het woord primordiaal. Taal is levendmakend, houdt het begin van Genesis ons voor. Kabbalisten gaan ervan uit dat de Schrift een heilige, absolute tekst is, waarin niets aan het toeval is overgelaten. Wat door de Heer gedicteerd en geredigeerd was kon geen enkele fout bevatten en dus moest elk detail ervan een betekenis bezitten die slechts door diepgaande studie kon worden ontsluierd.
Die verbondenheid van schrift en religie werd door het christendom overgenomen. Rond het jaar 405 ontwierp de monnik Mesrob op basis