Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 137
(1992)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 332]
| |
IIwat ik niet zie wordt niet geschonden.
als lijf en ziel gaan klappertanden
verzegel ik de horizonten.
wat ik niet zie blijft overeind
als bomen op rul zand.
een poosje sneller en trager
bekruipt verlangen
blind het bed.
daar ligt zij
nietsvermoedend open
voor mijn veranderende
ogen
| |
[pagina 333]
| |
VIik ben voor het leven gemaakt.
een drang naar motivering slaat bressen
tussen de eiken vroeger vereerd
en planten die ik hier verzorg.
ik heb jaren voor me uit gepland.
ik ben op weg om vliegen
muggen en bijen voorbij te steken
ik ben in staat
met twee wielen op het eind
eerste te zijn en zwenken
| |
VIIIelk woord is te oud.
ik noem het bed
dat ik verlaat
thuis
aan de binnenkant.
je mag er wonen zolang ik vertrek
om alleen te zijn. je mag vergeten
dat we gras zaaiden
voor een eerste zomer.
je mag onbekenden ontvangen.
zolang ik vertrek
zal ik je beminnen
hoewel je deze woorden niet meer kent
|
|