Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1927(1927)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 844] [p. 844] Van ziel tot ziel. Voor Dirk Baksteen. Wanneer ik dood zal zijn, dan zult gij tooien Uw ziel met zwarten mantel Pijn, en op mijn lichaam roode rozen strooien... 't Zal in den laten zomer zijn, een mooien, wanneer ik dood zal zijn. Wanneer ik dood zal zijn, dan zult Gij luiken mijn oogen voor 't mij lieve licht... Maar gansch mijn ziel zal door de blinden sluiken en sterker levend in Uw ziel opduiken Wanneer ik dood zal zijn. Wanneer ik dood zal zijn, dan zult Gij komen al snikkend: ‘'k Heb hem zóó bemind!...’ Mijn beeld zal hangen blijven op Uw droomen - want Vriendschapsvrucht valt nimmer van haar boomen! - wanneer ik dood zal zijn. Wanneer ik dood zal zijn Wil 'k U nog nader wezen Als 't kind den warmen moederschoot, en U doorstroomen, innig als voordezen, met Goedheid, die Ge in ieder woord zult lezen Wanneer ik dood zal zijn. Wanneer ik dood zal zijn zult gij alles erven wat er nog schoons ligt in mijn ziel... Mijn levenslied mag met mijn hart niet sterven: mijn ziel zal zacht verrijzen in Uw verven Wanneer ik dood zal zijn..... [pagina 845] [p. 845] Wanneer ik dood zal zijn dan zult Ge leeren hoe dooden leven in hun graf, en, dagelijks gevoed met 't Brood des Heeren, Uw ziel aan mijne ziel communiceeren, Wanneer ik dood zal zijn. Wanneer ik dood zal zijn gaat met de jaren Uw vriendschap groeien in verdriet; Mijn schoonheidsdroom zult Ge in Uw hart bewaren, tot God weerom onz' zielen zal vergaren Wanneer Ge ook dood zult zijn... Maur. Coomans, o. Praem. Vorige Volgende