Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1927

Bijzondere belangstelling blijkt bij de lezers te bestaan voor het heringevoerd systeem der Kronieken en van verschillende zijde werd de wensch uitgedrukt deze reeks uit te breiden. Aan dezen wensch wordt gevolg gegeven. Reeds was een aanvang gemaakt met volgende kronieken:

Bovendien zullen voortaan kronijken verschijnen over:

Over andere letterkunden zullen af en toe overzichtelijke bijdragen verschijnen.

In volgenden jaargang zal een ruimere plaats worden voorbehouden voor scheppend proza. We kunnen alvast voor 1928 volgende prozabijdragen en verhalen aankondigen:

F. Timmermans: Breughel (fragment). - Ernest Claes: Herman Coene II (fragmenten). - Kees Meeckel: De gebroken Cowboy. - L. Duykers: Ontwaken. - Maurice Roelants: Om bescherming te zoeken. - Stephanie Claes-Vetter: Licht. - Filip de Pillecyn: De Rechter van Malmedy. - J. Simons: Zweedsche reis. - Verder proza van F. Toussaint van Boelare, J. Scheirs, e.a.

[Deel 11, pagina 927]

In de eerstvolgende nummers zullen verzen worden opgenomen van: Karel Van de Woestyne (Het Bergmeer), Dr. F. Van Eeden, J. Hammenecker, Willem de Merode (Madonna), A. Van Cauwelaert (Lied van de Broederschap), Gery Helderenberg (Super Flumina), U. Van de Voorde, H. Thans, terwijl de dichters die in ons tijdschrift gedichten lieten verschijnen verdere medewerking toezegden.

Deze jaargang zal verder eene zeer belangrijke reeks studies en essays brengen o.m.:

Bovendien zal Ger. Walschap in een artikelen-reeks de grondslagen bespreken: Voor een nieuwe kunst.

Ing. L.J.M. Feber, P.P. Van Mierlo en Reypens, prof. G. Brom e.a. zegden verdere medewerking toe.

Dietsche Warande en Belfort zal dit jaar drie bijzondere nummers samenstellen.

Het eerste verschijnt als Februariaflevering en zal gewijd zijn aan dichter Karel Van de Woestyne die in het voorjaar vijftig jaar wordt.

Aan dit nummer dat met portretten van den dichter door Gustaaf Van de Woestyne en Albert Van Dijck zal geillustreerd zijn, werken mede:

Prof Vermeylen, Em. De Bom (K.v.d.W. als journalist), Fr. Van Eeden, Willem Nieuwenhuis, I. Querido, Henr. Roland Holst, C. Scharten (Waarom v.d. W. geen Florentijnsch dichter is, F. Toussaint), van Boelare (De jonge v.d. W.), Marnix Gysen (Fortembras of Hamlet?), Maurice Roelants, Joris Eeckhout, A. Van Duinkerke (De beginselen der

[Deel 11, pagina 928]

chemie), Aug. Van Cauwelaert (God aan Zee), Achilles Mussche, Dr. Roumans (v.d. W. als professor) e.a.

Dit huldenummer zal tevens verzen bevatten uit ‘Het Bergmeer’ van Karel Van de Woestyne dat in het voorjaar verschijnt.

Het tweede huldenummer wordt gewijd aan Prof. Dr. J. Persyn, die 50 jaar wordt in de maand April. Hiermede wil Dietsche Warande en Belfort een deel van zijn verplichting inlossen tegenover den vooraanstaanden criticus die jaren lang aan dit tijdschrift het beste van zijn krachten en gaven heeft gewijd.

Aan dit nummer, voor zoover nu reeds bekend is, werken o.m. mede: M.E. Belpaire, Al. Walgraeve, J. Hammenecker, prof. Boon, Jozef Muls, Alb. Steenhoff-Smulders, Lode Baekelmans, Jozef de Cock, Prof. Scharpé, K. Van de Woestyne, Marnix Gysen, Ernest Claes, Aug. Van Cauwelaert, Ger. Walschap.

Het derde bijzonder nummer wordt geheel gewijd aan: de Kathol. Jongeren in Nederland. Het zal verschijnen in den Zomer en worden ingeleid en samengesteld door Willem Nieuwenhuis.

Maar ook aan de gewone afleveringen wordt een uitzonderlijke zorg besteed. Het moge volstaan te vermelden wat het Januari-nummer brengen zal:

De redactie is ervan overtuigd dat ze hiermede den schitterendsten jaargang inzet die het tijdschrift ooit brengen mocht.

De uitbreiding van het tijdschrift noodzaakte het beheer den abonnementsprijs eenigszins te verhoogen. De abonnementsprijs van 1914 werd echter slechts met 4 ½ verhoogd, terwijl de druk- en beheerkosten in veel sterkere mate gestegen zijn. Het beheer vertrouwt daarom dat het aantal abonnementen - dat sedert Paschen ll. met ruim 100 toegenomen is - steeds stijgende moge gaan.

Zoo helpe ons God!