Vooraleer U binnen te leiden tot dit plechtig tooneel, weze enkel in korte woorden geschetst waar het plaats greep.
Tijdens zijn leven had de rustelooze geest van den meester, zijn daïmon, zijn genie, hem van woon tot woon gedreven. 's Zomers zocht hij ieder jaar de stilte van het land: natuurschoon was hem een behoefte. In Weenen zelf had hij wel eens meer dan een appartement te gelijk. Om te sterven kwam hij aangeland in een voormalig klooster, huisvesting van uitgedreven Spaansche Benedictijnen, thans in kamers verhuurd: Das Schwarzspanierhaus.
Toeval? Voorbeschikking? In dat huis van gebed kwam hij sterven, wiens machtige geest op forsigen vleugelslag wellicht hooger was gestegen dan welke geest ook; wiens wijde hart, dorstig naar de levensbron, al het zoute en zoete der aardsche levenswateren had geproefd.
Hij kwam er om te sterven - in eenzaamheid.
Eenzaam zijn in 't leven steeds de grooten. Wie vat de diepte van hun nood naar liefde en geluk? Wie voelt het branden van hun hart naar eeuwig en eindeloos?
Een eenzame was Beethoven altijd geweest: de gevangene, de gekerkerde, niet enkel van eigen grootheid, maar van het gevoeligste wat een toondichter kon treffen: de berooving van 't gehoor.
't Aardsche leven was hem niet genadig geweest: nog minder zou de dood het zijn.
Of liever zij bracht hem die uiterste genade: te sterven zooals hij had geleefd - in grootsche eenzaamheid.
Want verder was de zee gespoeld - de branding van der wereld gunst, van 't gejuich der menigte. Eenzaam stond hij op het laatste levensstrand, de eens zoo luidruchtig gevierde.
Rond hem enkele getrouwen - Schindler, zijn latere biograaf, zijn famulus, de slaaf zijner minste grillen - en een kind, een twaalfjarig knaapje - Gerhard von Breuning, zoon van een Bonner jeugdvriend.
Luisteren wij naar Schindlers herinneringen:
‘Nachdem der Meister am 24 März Morgens auf sein Verlangen die Heiligen Sterbesacramenten mit wahrer Erbauung empfangen hatte, zeigten sich bereits gegen I Uhr Mittags die ersten Anzeigen seiner Auflösung. Ein furchtbarer Kampf zwischen Tod und Leben begann (wohl im Folge seines starken Nervensystems, wie solches selten einem Menschen zu Theil wird) und währte bis zum 26 März ein Viertel vor 6 Uhr Abends, als der grosze Tondichter während eines