lang vruchteloos hadden nagedacht door een gewoon sterveling zouden worden opgelost.
Doch zie, de nobele, onbekende koningszoon, ziende haar wanhoop en verbijstering, verleende haar een gunst. Eén dag uitstel schonk hij haar en de tijd tot overpeinzing van een probleem. Op haar beurt zou ze een raadsel moeten oplossen, n.l. dat van des prinsen herkomst. Indien ze hierin vóór het ochtendgloren slaagde zou de prins haar de vrijheid weerom schenken en zelf vrijwillig naar het Nirvana der Dooden verhuizen, zooniet zou ze zijn vrouw worden.
Dien nacht was Peking, de violette stad niet in rust gehuld. Gruwelijk waren de martelstraffen waarmede Turandot de bevolking had bedreigd, indien ze er voor den ochtend niet in zou slagen voor haar den sleutel van het mysterie te vinden. Doch alle zoeken, speuren en vorschen bleek tevergeefs, niemand vermocht achter het geheim te komen.
Tot Turandot even vóór den dageraad de waarheid vernam uit den mond van den prins zelve. Hij was Kalaf, zoon van Timser, onttroonde vorst der Tartaren... Zijn leven was in haar handen.
Doch toen de dag ontwaakte in de violettestad en de zon haar stralen zond op haar troon van jade, ontwaakte - o! wonder - ook de liefde en de zon in Turandot's ijskoude hart.
En vóór haar paleis deed zij den volke kond, terwijl ze den prins voor de voeten viel: ‘Volk van China, nog vóór het ochtendgloren heb ik het mysterie weten te ontsluieren... ik weet nu wie de vreemdeling is... Zijn naam is: de Liefde’.
Dit schoon wijsgeerig vertelsel van Persischen oorsprong werd door den beroemden Venetiaanschen dichter-dramaturg Carlo Gozzi (1720-1806) in tooneelvorm gegoten.
Schiller gaf er een zeer vrije Duitsche bewerking van voor het hertogelijk theater in Weimar en het is de Italiaansche vertaling dezer laatste bewerking door Maffei welke Adami en Simoni tot voorbeeld diende voor het libretto van Turandot, dat door wijlen Giacomo Puccini op muziek werd gezet. Ruim twee jaar lang had de componist van ‘La Tosca’ tevergeefs naar een geschikt tekstboek gezocht. Puccini wist bij ondervinding (men wijt het fiasco zijner jeugdwerken: ‘Le Villi’ en ‘Edgar’ vooral aan de gebrekkige libretti) in welke sterke mate een belangwekkende handeling tot het succes van