Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1927
(1927)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
Nagelaten verzen van Karel Van den OeverGa naar voetnoot(1)Het spelO, goede God,
hoe danst Gij aan des levens poortje
en schudt de rammelaar;
Gij draait meteen het levenskoordje
en, springend, ducht ik
geen gevaar.
En lokt de zilveren parel mij
van uw geschudde bel,
en draait Gij onverpoosd voor mij
de koord...
Op uw bevel
'k dans onvermoeid
na uwen voet,
tot mij de wang begloeit
en eens ik, schreiend van de lust,
uw hals om-val,
en eeuwig rust.
17-8-26. | |
[pagina 29]
| |
De oogstVergeelde oogst
en de lichte aren
vol meel:
God wil zich goed verklaren
en geeft ons veel.
Straks zijn vlegel-plof
aan een vergeeld veld
en elke zak verzadigd,
o, elke korrel geteld.
De val der verre vlegels
in een oude schuur,
de rijpe reuk van het koren
in een verouderd uur.
O, Vader,
hef op uw bruine hand.
en sla 't verbijsterd graan:
de schoof stort gebroken
uw vlegel aan.
|
|