voorgestelde veranderingen aan de rijksspelling. 't Is nu 20 jaar dat zij bestaat en nog is zij niet overal aangenomen; bijzonder de dagbladen en de openbare beheeren houden nog aan de oude spelling vast, omdat Bismark tegen de nieuwe was. De rijksspelling is wetenschappelijk en niet slecht, al is zij voor verbetering vatbaar. Maar vooraleer te verbeteren wachte men tot dat zij algemeen aangenomen zij, anders komt er een Babylonische warklomp waaruit niet wijs is te worden.
Kon. Vlaamsche Academie. - In vergadering 10 Juli werd een commissie benoemd om nieuwe prijsvragen voor te stellen. De nieuwe leden, die aanwezig zijn, worden door den bestuurder hartelijk verwelkomd. De heer Segers biedt een belangwekkend boek aan vanwege den heer Stinissen over de normaalschool te Lier. Men gaat over tot het bespreken van het voorstel van den heer Coopman, om eene vierde commissie in te stellen, die zich zou bezig houden met alles wat het onderwijs in het Nederlandsch betreft. Na dat de heer Coopman zijn voorstel heeft toegelicht en na eenige opmerkingen van de heeren De Ceuleneer, Simons en anderen, wordt het voorstel onder algemeenen bijval aangenomen.
De heer Coopman leest verslag over de vergadering van de Commissie voor nieuwere taal- en letterkunde, waarin door Dr. De Vos en Dr. De Vreese verslag werd uitgebracht over het hs. eener uitgave van Albertus Magnus' Liber aggregationis. De beide verslaggevers adviseeren, dat het aangeboden werk in zijn tegenwoordigen vorm niet kan uitgegeven worden. De Commissie verzoekt dat de beide verslagen zouden gedrukt worden.
Verder houdt de Academie zich bezig met het onderzoek der voorgestelde prijsvragen, waarna de heer Prayon het begin leest van een antwoord op het verweerschrift van den heer De Vreese, Taalzuiveraar's Borstwering.
De in de vorige vergadering benoemde Commissie voor het onderwijs in het Nederlandsch werd 's morgens door het bestuur plechtig ingesteld, waarna deze nieuwe Commissie overging tot het kiezen van haar bestuur. Tot voorzitter werd gekozen de heer Prof. De Ceuleneer; tot ondervoorzitter de heer Obrie; tot secretaris de heer D. Claes.
De volgende prijsvragen werden uitgeschreven:
Voor 1901. Middelnederlandsch. - Men vraagt eene vergelijkende klank- en vormleer der verschillende Middelvlaamsche dialecten, zooals die wit oorkonden kan opgemaakt worden. Prijs 600 fr. (Aangehoudene vraag).
Voor 1892. Letterkunde. - Men vraagt de geschiedenis van het rijm en de Nederlandsche poëzie, van de oudste tijden tot heden le Stafrijm en zijnen overgang tot den eigenlijken rijm; 2e in de middeleeuwsche gedichten; 3e in de rederijkerswerken, het tooneel, de refreinen en liederen; 4e in de godsdienstige liederen in de XVIe eeuw; 5e in de hedendaagsche poëzie in hare uitheemsche vormen. Beschouwingen over den schilderenden aard van het rijm in onze poëzie, in den gang en in de voordracht. Prijs 600 fr.
Middelnederlandsch. - Men vraagt de aanvulling tot en met het jaar 1990, van Louis Petit's Middelnederlandsche bibliographie, door alle niet in dat werk vermelde of later verschenen werken in rijm of enrijm (ook de uitgegeven charters, oorkonden, enz.). Prijs 300 fr.